Inhoudsopgave
Advertenties
Het installeren van de SuperVision® werkt als volgt:
1. Sluit alle apparaten die u wilt monitoren aan met systeemkabels. Ieder apparaat heeft twee
systeemaansluitingen waarmee de apparaten in serie kunnen worden aangesloten, het ene
op het andere, dat weer op de volgende enz.
2. Sluit de Gateway aan, bij voorkeur op het beoogde Master-apparaat.
3. Op het beoogde Master-apparaat gaat u naar het menu Network en kiest u ervoor om een
netwerk aan te maken door op de knop Create te drukken.
Als er meerdere apparaten zijn aangesloten controleert u, als het aanmaakproces
eenmaal klaar is, of alle fysiek aangesloten apparaten ook tussen de aangegeven
Slave-apparaten staan.
Als de SuperVision® Gateway de enige aangesloten unit is wanneer het
aanmaakproces klaar is, zal het apparaat aangeven dat er geen Slaves zijn gevonden.
Vervolgens zal, met enige vertraging, onder op het scherm de tekst "SuperVision®
connected" worden weergegeven.
Als u teruggaat naar het standaardvenster van het apparaat, zal nu boven aan en voor
het woord Master een SuperVision® symbool staan. Eerst zal het symbool, voordat de
Gateway verbinding heeft gemaakt met het mobiele netwerk, knipperen en leeg zijn.
Zodra er een netwerkverbinding tot stand is gebracht, zal dit knipperen stoppen en zal
de mate waarin het symbool gevuld is de ontvangstkwaliteit aangeven.
SuperVision symbool:
Geeft de netwerkverbinding weer.
Als het symbool leeg is en knippert,
is er geen verbinding met het
mobiele netwerk.
© Corroventa Avfuktning AB
2017.06
9 (27)
Advertenties
Inhoudsopgave
