Op de verwarmingsfase volgt bij veel programma's de afkoelfase.
Daarmee kunt u er zeker van zijn dat het wasgoed niet zo heet wordt
dat het verbrandt en beschadigd raakt. Pas hierna is het programma
afgelopen.
Haal alle stukken wasgoed dan direct uit de automaat.
Leun niet op de deur om te voorkomen dat de droogautomaat
gaat kantelen.
Sluit de deur iedere keer nadat u de droogautomaat heeft ge‐
bruikt. Zo voorkomt u dat
– kinderen of huisdieren in het apparaat kruipen
– en dat kinderen er voorwerpen in stoppen.
Deze droogautomaat mag nooit zonder of
– met beschadigde pluizenfilters worden gebruikt;
– met een beschadigd sokkelfilter worden gebruikt.
Gebeurt dat wel, dan zouden er te veel pluizen in de droger kunnen
komen, wat tot een defect kan leiden.
Reinig de pluizenfilters iedere keer nadat u de droogautomaat
heeft gebruikt.
Wanneer u de pluizenfilters of het sokkelfilter met warm water
heeft gereinigd, droog ze dan goed af. Door natte filters kunnen sto‐
ringen ontstaan!
Plaats uw droogautomaat niet in vorstgevoelige ruimten. Zelfs
temperaturen om het vriespunt hebben een negatief effect op de
werking van het apparaat. Door bevriezend condenswater in de
pomp, in het condenswaterreservoir en/of de waterafvoerslang kan
de automaat beschadigd raken.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
13