7. Sensoren en alarmen testen (schoktesten)
Om de hoogst mogelijke nauwkeurigheid te bewaren, dient regelmatig een testgas in een bekende
concentratie te worden toegevoerd (schoktest). Indien de waarden meer dan 15 % afwijken van
de gemeten gasconcentratie, dient men een bereikijking uit te voeren bij een normale temperatuur
(15 °C tot 25 °C / 59˚F tot 77˚F), vochtigheid en druk. Volg de plaatselijke regelgeving en / of
het beleid van uw bedrijf in verband met schoktesten. Neem voor meer informatie over testgas
contact op met u lokale Honeywell Analytics vertegenwoordiger.
8. Waarschuwing einde van de levensduur
Wanneer de XT nog minder dan 1 dag levensduur rest, zullen de cijfers zoals hieronder knipperen:
Waarschuwing einde
levensduur
Wanneer de levensduur van de XT is verstreken, zal de display knipperen zoals hierboven. Er
klinkt een pieptoon om de 15 seconden en er is elke 15 seconden een flits zichtbaar. Het trilalarm
zal elke 15 seconden werken tot de Test-knop wordt ingedrukt. Het geluidsalarm wordt dan
uitgeschakeld en op het display verschijnt de desbetreffende foutcode (zie punt 10).
9. Nooduitschakeling
Mocht de batterij leegraken voordat de detector het einde van zijn levensduur heeft bereikt (omdat
er erg veel alarmen zijn geweest), gaat het batterijsymbool knipperen. Verder hoort u om de
15 seconden een alarmpiep en ziet u een lichtflits, totdat u de testknop indrukt. Het alarmsignaal
wordt dan afgezet en de detector uitgeschakeld. Ook als de elektronica of de sensor defect zijn, kan
de detector worden uitgeschakeld. Een overzicht van mogelijke foutcodes vindt u onder punt 10.
Opmerking:
Als de detector wordt uitgeschakeld omdat de temperatuur veel te hoog of te of laag
is, kunt u het instrument weer inschakelen door het mee te nemen naar een plek waar
de temperatuur normaal is en op de Test-knop drukken.
XT Series persoonlijke gasdetector
Einde levensduur
bereikt
13