22
Installatie
Installatie-instructies
•
Plaats de projector in een goed
geventileerde ruimte.
- Plaats de projector op een
goed geventileerde plek om te
voorkomen dat de binnenkant
oververhit raakt. Plaats niets
dichtbij de projector. De
ventilatieopeningen worden
anders afgedekt. Als de
ventilatieopeningen afgedekt zijn,
neemt de interne temperatuur
van de projector toe.
- Plaats de projector niet op
een tapijt of kleed. Als de
ventilatieopening zich aan de
onderkant van de projector
bevindt, moet u ervoor zorgen
dat u die opening niet blokkeert
en dat u de projector altijd op een
stevig, vlak oppervlak gebruikt.
- Voorkom dat er vreemde
voorwerpen, zoals restjes papier,
in de projector terechtkomen.
- Laat voldoende ruimte vrij rond
de projector (minimaal 30 cm).
•
Plaats de projector niet in een
warme, koude of vochtige omgeving.
•
Plaats de projector niet op een
plek waar deze gemakkelijk stof
aantrekt.
- Er kan dan brand uitbreken.
•
Open nooit een klep op de
projector. Er bestaat een groot
risico op een elektrische schok.
•
Bij het maken van de projector
is gebruikgemaakt van
hogeprecisietechnologie. Er kunnen
echter voortdurend kleine zwarte
punten en/of helder gekleurde
punten (rood, blauw of groen) op het
projectorscherm worden weergegeven.
Dit is een normaal gevolg van het
fabricageproces en is geen defect.
•
De afstandsbediening werkt
misschien niet in een omgeving
met een lamp met elektronische
ballast of een volspectrum-
fluorescentielamp. Vervang de
lamp door een lamp die voldoet
aan de internationale standaard,
zodat u de afstandsbediening
normaal kunt gebruiken.
•
In het geval van plafondbevestiging
gebruikt u schroeven om
de bijbehorende steun voor
plafondmontage en projector aan
elkaar te bevestigen. (1/4-20
UNC, diepte 5,5 mm)