5.
11.6 Het filter van de toevoerslang en het klepfilter reinigen
1.
1
2
3
3.
11.7 Noodafvoer
Het apparaat kan geen water afvoeren
door een storing.
Als dit optreedt, voert u stappen (1) tot (5)
uit van 'Het afvoerfilter reinigen'.
Maak de pomp zo nodig schoon.
2.
4.
11.8 Voorzorgsmaatregelen bij
vorst
Als het apparaat is geïnstalleerd in een
gebied waar de temperatuur lager is dan
0° C, dan dient u het resterende water uit
de afvoerslang en de afvoerpomp te ver-
wijderen.
1.
Trek de stekker uit het stopcontact.
2.
Draai de waterkraan dicht.
3.
Verwijder de watertoevoerslang.
NEDERLANDS
17
90˚