1/
ü
:$$56&+8:,1*
Als de machine draait staan de hulpstroomaansluitingen
van de motor en de lasaansluitingen onder spanning.
ü
De hulpstroomaansluiting mag nooit op het net of op een
willekeurige andere stroombron aangesloten worden.
72(5(17$/ %,- '( -8,67( 63$11,1* (1
)5(48(17,(
Draai de lasstroom regelknop helemaal met de klok mee om
de motor op het maximum toerental te zetten. Als de motor
niet op het maximum toerental gezet wordt dan zullen de
spanning en de frequentie van de hulpstroom niet juist zijn.
In onbelaste toestand kan de spanning 10% boven de
nominale waarde zijn en bij volle belasting kan de spanning
10% onder de nominale waarde zijn.
67(..(56 (1 .$%(/6
Controleer alvorens een verbruiker op een aansluiting aan
te sluiten of de kabels in goede staat zijn en of de
aansluitingen op de juiste manier bedraad zijn.
&21752/(/$03-(
,1*(6&+$.(/'µ
Het controlelampje, boven elke aansluiting, gaat branden
als er stroom op die aansluiting staat.
+
Als het lampje niet gaat branden, controleer dan of de
motor op het maximum toerental gezet is, of de
aardlekschakelaar ingeschakeld is en of de thermische
beveiliging functioneert.
Als er tegelijkertijd stroom van meer dan één aansluiting
afgenomen wordt, is de stroom die beschikbaar is
aangegeven voor elke aansluiting, maar er mag in totaal niet
meer vermogen worden afgenomen dan op het plaatje van
de machine staat aangegeven.
$$5'/(.6&+$.(/$$57+(50,6&+(
%(9(,/,*,1*
$$5'/(.67522021'(5%5(.(5 JHQDDPG
/(7 23
´675220
Schakel de aardlekschakelaar
in door de hefboom omhoog te
zetten.
*(%58,. (1 21'(5+28'
*(%58,. $/6 675220$**5(*$$7
De aardlekschakelaar is een beveiliging die de gebruiker
beschermt in geval van een storing. De aardlekschakelaar
schakelt de stroom naar de enkel- en driefase aansluitingen
uit wanneer er zich een stroomlek van meer dan 30 mA
voordoet.
ü
Controleer alvorens de machine te gebruiken of de
machine
geaard
aardlekschakelaar niet functioneren.
7+(50,6&+( %(9(,/,*,1* 9$1 '(
$$16/8,7,1*(1
In geval van overbelasting van een aansluiting schakelt de
thermische beveiliging de stroom automatisch uit.
Om de thermische beveiliging te resetten moet u alle
verbruikers loskoppelen, een paar seconden wachten om de
thermische beveiliging af te laten koelen en moet u daarna
op de onderbrekerknop drukken. De knop moet ingedrukt
blijven. Als dit niet gebeurt, laat de beveiliging dan afkoelen
en probeer het opnieuw. Als de knop nog steeds niet
ingedrukt blijft, waarschuw dan de service.
9225 5(6(77(1
,1'58..(1
ONDERBREKERKNOP
Controleer alvorens de verbruikers opnieuw aan te sluiten of
het vereiste vermogen binnen het vermogen van de
aansluiting blijft. Door een belasting die te groot is voor de
aansluiting schakelt de thermische beveiliging in. Als de
verbruiker opnieuw aangesloten wordt en de thermische
RRN
beveiliging weer inschakelt, dan moeten de aansluitingen en
de draden van de verbruiker gecontroleerd worden om de
storing te vinden.
:$$56&+8:,1*
is.
Zonder
aarding
0
37
zal
de