5.10 Hoogte rotor instellen
Stel voordat u gaat werken met de machine de hoogte van de
rotor in.
Procedure:
1. Controleer de hoogte van de rotor ten opzichte van de formaat-
set.
De rotor mag de formaat-set niet raken. Er moet ongeveer een
tussenruimte van 10mm zijn.
2. Als de tussenruimte onjuist is:
a. Draai knevel (A) los.
b. Draai met zwengel (B) de rotor op de gewenste hoogte.
i. Hoe lager de rotor boven de tray staat, hoe harder de grondspanning is.
ii. Hoe hoger de rotor boven de tray staat hoe zachter de grondspanning is.
c. Draai knevel (A) vast.
De grondschuif beweegt mee met de hoogte instelling van de rotorbak. Stel de grondschuif af na het
instellen van de rotor hoogte.
5.11 Hoogte grondschuif instellen
De grondschuif komt na de rotor. De grondschuif heeft als functie om de
overtollige grond van de tray af te schuiven.
Stel voordat u gaat werken met de machine de hoogte van de
grondschuif in.
Procedure:
1. Controleer de hoogte van de grondschuif ten opzichte van de tray.
De grondschuif moet ongeveer 15mm boven de tray staan.
2. Als de hoogte onjuist is:
a. Draai vleugelmoer (A) los.
b. Stel de grondschuif in op de gewenste hoogte.
c. Draai vleugelmoer (A) vast.
5.12 Hoogte borstel instellen
Stel voordat u gaat werken met de machine de hoogte van de
borstel in.
Procedure:
1. Controleer de hoogte van de borstel ten opzichte van de tray. De
borstel moet ongeveer 5mm boven de tray staan. De borstel dient
om de tray egaal af te strijken.
2. Als de hoogte onjuist is:
a. Draai knevel (A) los.
b. Stel de borstel in op de gewenste hoogte met zwengel (B).
c. Draai knevel (A) vast.
Versie 2016-2
Handleiding Javo Matrix
B
A
A
B
A
16