Bedieningselementen en functies
Projector en afstandsbediening
Alle toetsindrukken die in dit document zijn
beschreven, zijn beschikbaar op de
afstandsbediening of op de projector.
LAN
IR I N
P C
HDMI 1
HDMI 2
USB MINI B
HDCP 2.2
1
2
3
7
1. SOURCE
Opent de ingangselectiebalk.
2. Pijltoetsen ( ,
Als het On-Screen Display (OSD)-menu is
geactiveerd, gebruikt u deze toetsen als
pijltoetsen om de gewenste menu-items te
selecteren en om aanpassingen uit te voeren.
3. BACK
Keert terug naar het vorige OSD-menu, sluit
en bewaart de menu-instellingen.
4. MODE
Kies een beschikbare beeldinstellingsmodus.
5. OK
Hiermee bevestigt u het geselecteerde
menu-item in het On-Screen Display
(OSD)-menu.
6. MENU
Activeert het schermmenu (OSD).
12V
TRIGGHER
1
-
2
RS 232
-
,
,
)
7
8
9
1
2
5
4
3
5
4
6
13
14
7. I/
ENERGIE
Dit zet de projector aan of op stand-by.
8. AUTO
Bepaalt automatisch de beste timings voor het
beeld.
9. ASPECT
Hiermee selecteert u de beeldverhouding.
10. TEST PATTERN
Geeft het testpatroon weer.
11. DEFAULT
Resets de huidige functie naar standaard
fabrieksinstelling.
12. CINEMAMASTER
Geeft het CinemaMaster-menu weer.
Zie
CinemaMaster op pagina
7
10
11
18
6
12
13
15
16
17
28.
Inleiding
9