P r o c e d u r e k a n a a l t r a v e r s e ( 9 6 5 0 , 9 6 5 0 - N B )
38
Na het aansluiten van een
TA- voeler of pitot-slang en het
selecteren van Workflows in het
Hoofdmenu, selecteert u
Kanaaltraverse om om het scherm
Instellingen kanaaltraverse
te bekijken.
Om een nieuwe kanaalgrootte
toe te voegen drukt u op
Nadat u op
hebt gedrukt om een
nieuwe kanaalgrootte toe te voegen,
komt u in de de pagina Flowwaarde
instellen. Om de afmetingen te
wijzigen, navigeert u met de
pijltjestoetsen tussen Breedte en
Hoogte en drukt u vervolgens op
om de getallen met behulp van
de pijltjestoetsen te bewerken. Druk
op
om de nieuwe kanaalgrootte
op te slaan.
Om een cirkelvormig kanaal aan te
maken, selecteert u Kanaal-Rond
in het scherm Instellingen
kanaaltraverse voordat u een
kanaalgrootte toevoegt.
Als u een nieuwe kanaalgrootte
maakt, keert u terug naar het scherm
Instellingen kanaaltraverse.
Selecteer de gewenste
traversemethode en kanaalvorm met
de vervolgkeuzemenu's en kies
vervolgens de gewenste
kanaalgrootte met behulp van de
navigatietoetsen.
Druk op
om verder te gaan naar
het volgende scherm.
®
®
VelociCalc
/VeloCalc
Pro Air Luchtsnelheidsmeter 9600-serie
.