U kunt de AC-kabel en de datakabel nu naar de aansluitkast geleiden. Om
3
de kabel voor de linker Slave-omvormer op de passende lengte in te korten,
leidt u de kabel 1x achter om de buffer heen. De lengte van de kabel van
de meest rechts gelegen Slave-omvormer is zodanig gemeten, dat de kabel
nauwkeurig kan worden aangesloten.
Bevestig de interne 30VAC-kabel(s) vanuit de omvormer op de steek-
4
verbindingen in de besturingseenheid (ingang resp. 3). Herhaal deze
procedure met de communicatiekabels. Bevestig deze vanuit de omvormer
aan de steekverbindingen in de besturingseenheid. Hierbij dient in acht te
worden genomen dat de communicatiekabel met het juiste positienummer
overeenkomstig de bijbehorende 30 V kabel wordt verbonden.
Sluit het deksel weer.
5
4.6 Aansluiting (DC) van Master en Slaves
WAARSCHUWING
Levensgevaar door elektrische schok!
Bij werkzaamheden aan de zonne-installatie de omvormer van de stroomvoor-
ziening scheiden.
Ervoor zorgen dat de stroomvoorziening niet ongewenst weer ingeschakeld
kan worden.
Eerst de Slave-eenheden en vervolgens het zonnepaneel aansluiten alvorens de
netspanning in te schakelen.
•
Alle stekkeringangen op de behuizing van de aansluitkast waarop geen kabels
zijn aangesloten, moeten met de meegeleverde afdichtingen worden afgeslo-
ten. Hierdoor wordt voorkomen dat vocht de omvormer binnendringt.
•
In de omvormer (vermogensgedeelte) zelf bevindt zich geen zekering. De ze-
keringen bevinden zich in de aansluitkast waarin ook de elektrische netaans-
luiting is ondergebracht. De specificaties van de zekering zijn te vinden in het
hoofdstuk "Verhelpen van storingen".
•
De ingangsspanning mag niet meer dan 450 V Dc bedragen. Hogere ingangs-
spanningen beschadigen de omvormer. Met de temperatuurafhankelijkheid
van de leegloopspanning van het zonnepaneel dient rekening gehouden te
worden.
•
Het is niet nodig en niet toegestaan om de behuizing van de omvormer
(vermogensgedeelte) te openen! Als de behuizing wordt geopend, vervalt de
aanspraak op garantie.
•
De geleiding van de kabels moet worden uitgevoerd zoals weergegeven in de
schets hiernaast.
De elektrische PV-aansluiting wordt bij de StecaGrid uitgevoerd via de in de
behuizing aangebrachte steekverbinding. De connectors kunnen – indien correct
bevestigd en droog – worden aangeraakt.
In totaal zijn aan iedere StecaGrid plus- en minus-steekbussen beschikbaar
voor de aansluiting van de module. Iedere ingang beschikt over een eigen
MPPTracker.
Als slechts één ingang van de omvormer wordt gebruikt, moet de modulestring
op de rechter steekbussen worden aangesloten (ingang 1).
Een verwisseling van de plus-ingangen (bijv. + van string 1 aan + ingang )
binnen dezelfde omvormer heeft geen gevolgen voor het bedrijfsvermogen van
deze omvormer. Het gevolg hiervan is echter dat ook de op de display weerge-
geven omvormer-ingangsnummers zijn verwisseld. Om verwisselingen bij een
eventuele opsporing van fouten te voorkomen, dient daarom op de correcte
aansluiting van beide ingangen te worden gelet.
1
NL
75.63 | 10.04
-
+
-
+
2
2
1
1
min. 15 cm