De effecten bewerken
EQ (Equalizer)
Regelt de toon.
[BASS]-regelaar
Regelt het geluidsniveau van het frequentiebereik van de lage
tonen.
[LOW CUT]-knop
Als dit is ingeschakeld, wordt het gebied onder de opgegeven
frequentie afgesneden.
Wanneer u op deze knop drukt, geeft de display de opgegeven
frequentie weer. Gebruik de [ ? ] [ = ]-knoppen om de instelling
te wijzigen.
Waarde
Uitleg
1 – gg
10–990 Hz
[MID]-regelaar
Regelt het geluidsniveau van het frequentiebereik van de
middentonen.
[FREQ]-knop
Geeft het frequentiegebied op dat wordt aangepast door de
[MID]-regelaar. Wanneer u op deze knop drukt, geeft de display
de opgegeven frequentie weer. Gebruik de [ ? ] [ = ]-knoppen
om de instelling te wijzigen.
Waarde
Uitleg
20 – 5.0
200 Hz–5,0 kHz
[TREBLE]-regelaar
Regelt het geluidsniveau van het frequentiebereik van de hoge
tonen.
6
[PRESENCE]-regelaar
Zet de contouren van het frequentiebereik van de middentonen
en de hoge tonen extra in de verf. Dit is erg effectief wanneer u
de definitie van het geluid wilt verbeteren.
[LEVEL]-regelaar
Regelt het algemene volume van de equalizer.
[ON/OFF]-knop
Schakelt de equalizer in en uit.
MEMO
U kunt EQ onafhankelijk voor GUITAR IN 1 en 2 opgeven.
Voor meer informatie raadpleegt u "Onafhankelijke EQ-
instellingen maken voor GUITAR IN 1 en 2" (p. 11).
BOOST
Als u hieraan draait, wordt het niveau verhoogd.
Dit is handig wanneer u het niveau wilt verhogen
boven het backinggeluid, bijvoorbeeld wanneer
u een solo speelt of wanneer u het niveau wilt
verlagen tijdens een specifiek gedeelte in een song.
[BOOST]-knop
Schakelt de booster in en uit. Als dit is ingeschakeld, geeft de
display de Gain-instelling weer. Gebruik de [ ? ] [ = ]-knoppen
om de instelling te wijzigen.
Waarde
Uitleg
Bij een instelling van 50 zijn het aan- en
0 – 50 – gg
uitniveau hetzelfde.
FX LOOP
Schakelt een extern effect dat op de SEND-,
RETURN-aansluitingen is aangesloten in en uit
(p. 2).
[FX LOOP]-knop
Schakelt het externe effect in en uit. Als dit is ingeschakeld,
geeft de display de Return Level-instelling weer. Gebruik de
[ ? ] [ = ]-knoppen om de instelling te wijzigen.