Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aanbouw Aan Regelventiel; Aanbouw Op Klepstandsteller - Samson 4748 Inbouw- En Bedieningsvoorschrift

Inhoudsopgave

Advertenties

2. Aanbouw
Afhankelijk van het slagbereik van het regel-
ventiel bij directe aanbouw of bij klepstand-
stelleraanbouw heeft de standmelder de
beschikking over verschillende hefbomen (1)
met bijbehorende bevestigingsonderdelen:
Hefboom voor aanbouw op klepstandsteller
incl. tussenstuk pos. 31 volgens fig. 5
Bestelnr. 1400-6710,
Hefboom I (157 mm) voor directe aanbouw
Bestelnr. 1400-6711 en
Hefboom II (210 mm) voor directe aanbouw
Bestelnr. 1400-6712.
De betreffende hefboom moet voor de aan-
bouw van de standmelder worden gemon-
teerd aan het regelventiel. Schuif daarvoor
de klemplaat (1.2) over de hefboom (1) en
steek beide samen op de sensoras; aanslui-
tend de bevestigingsschroef vastdraaien, de
meegeleverde stift (1.1) met moeren (22) en
ringen in de uitsparing van de hefboom be-
vestigen. Wanneer de stift (1.1) in uitzonde-
ringsgevallen aan de plaat (20) moet worden
bevestigd, dan moet de beugel (bestelnr.
0300-0969) op de hefboom worden gescho-
ven. De beugel klemt dan de stift in het sleuf-
gat van de hefboom. Opgelet: bij deze op-
stelling moet rekening worden gehouden met
een lineariteitsfout van max. 1,6%.
Bij directe aanbouw de korte stift (1.3) in het
gat van de klepstandstellerhefboom plaatsen.

2.1 Aanbouw aan regelventiel

Voor de aanbouw van de standmelder aan
ventielen in gietjukuitvoering is een aan-
bouwset bestelnr. 1400-5745 nodig.
Bij ventielen in stanguitvoering (stang Ø 18
t/m 32 mm) is bovendien de aanbouwset be-
stelnr. 1400-5342 nodig, welke naast de on-
derdelen van de voornoemde aanbouwset
ook nog een drager (28) bevat.
Bij aanbouw van de standmelder aan ventie-
len vanaf DN 150 (model 240 en 250) moet
volgens tekeningnummer1.070-6002 Q te
werk worden gegaan.
4
Het apparaat heeft beschermingsklasse IP65.
Uit de aanbouwset de ronde afdichting
8 x 1,5 mm onder de ring (29) plaatsen.
2.1.1 Aanbouw aan ventiel in gietjukuit-
voering (fig. 3)
Plaat (20) met schroeven (21) aan de koppe-
ling (24) van het ventiel schroeven. Deksel
van de standmelder afschroeven en het in-
strument met de bevestigingsschroef (11) en
ring (29) van het ventiel bevestigen. Let erop
dat de stift (1.1) door de spang van plaat (20)
hier tegenaan is geklemd. Belangrijk: Aan-
bouw kan links of rechts aan het ventiel wor-
den uitgevoerd, zie ook tabel in hoofdstuk 4.
2.1.2 Aanbouw aan ventiel in stanguitvoe-
ring (fig. 4)
Plaat (20) met schroeven (21) op de slagindi-
catie 924) van de klepstang schroeven. De
drager (28) en de spanplaat (26) op de stang
(27) plaatsen en licht vastdraaien. Drager
verschuiven, tot bij de halve ventielslag het
midden van de plaat (20) en de drager (28)
in lijn liggen en de hefboom (1) horizontaal
staat. Drager en spanplaat vastschroeven.
Standmelder tegen drager plaatsen; let erop
dat de stift (1.1) door de spang van de plaat
(20) wordt geleid. Standmelder met bevesti-
gingsschroef (11) en ring (29) vastschroeven.
Belangrijk: bij aanbouw links op het ventiel
(gezien op plaat (20), aandrijving boven)
moet de stift (1.1) aan de onderzijde van de
plaat aanliggen, en bij aanbouw rechts aan
de bovenzijde.

2.2 Aanbouw op klepstandsteller

Ga als volgt te werk voor aanbouw van de
standmelder met korte hefboom aan de klep-
standsteller type 4765 en type 4763: O-ring-
afdichting (30) links en rechts in het tussen-
stuk (31) plaatsen. De beide cilinderschroe-
ven (33) door de standmelder en het tussen-
stuk steken en op de klepstandsteller plaat-
sen. Moeren (32) in het huis van de klep-
standsteller plaatsen en de cilinderschroeven
(33) vastschroeven. Stift (1.3) met de moeren
(22) zodanig aan de hefboom (1) van de

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave