9.
Rechts /
Activeert de paneeltoetsblokkering.
Zie
"Paneeltoetsblokkering" op
pagina 51
voor details.
Als het OSD-menu is geactiveerd,
functioneren dec knoppen 7-9 als
richtingspijlen om de gewenste
menuopties te selecteren en de
instellingen te wijzigen. Zie
gebruiken" op pagina 47
10.
TEMP (Waarschuwingslampje
temperatuur)
Licht rood op als de temperatuur van
de projector te hoog wordt. Zie
"Indicatoren" op pagina 59
details.
11.
LAMP (Waarschuwingslampje lamp)
Geeft de lampstatus aan. Brandt of
knippert als er een probleem is met de
lamp. Zie
"Indicatoren" op pagina 59
voor details.
12.
AUTO
Hiermee worden automatisch de beste
beeldtiminginstellingen bepaald voor
het weergegeven beeld. Zie
automatisch aanpassen" op pagina 32
voor details.
13.
SOURCE
Hiermee selecteert u achtereenvolgens
het ingangssignaal D-Sub/Comp.
(Component Video), Video, of
S-Video. Zie
"Schakelen tussen
ingangssignalen" op pagina 30
details.
14.
MODE/enter
Afhankelijk van het geselecteerde
ingangssignaal wordt er een
beschikbare beeldinstelling
geselecteerd. Zie
selecteren" op pagina 35
Hiermee opent u het geselecteerde
menu-item in het OSD-menu.
Zie
"De menu's gebruiken" op
pagina 47
voor details.
"De menu's
voor details.
voor
"Het beeld
voor
"Een beeldmodus
voor details.
Inleiding
13