Afbeelding van de inbouwafmetingen van de FST-200-202 windrichtingsensor (eenheid: mm)
1. Om juiste meetwaarden te verkrijgen, moet de sensor naar het noorden uitgericht worden.
Richt hiertoe de aansluitstekker van de windrichtingsensor naar het noorden.
2. De sensor wordt horizontaal, zoals in de afbeelding, geïnstalleerd. De hoek tussen het
montagegedeelte en het horizontale vlak dient niet groter te zijn dan 5°, om te waarborgen
dat de windsnelheid ook bij zeer geringe windsnelheden uitermate exact gemeten kan
worden.
3. Raak de mechanische elementen van de sensor niet aan. Indien deze ook maar iets
verbuigen, kan dit al leiden tot het verminderen van de nauwkeurigheid of een defect.
4. Het tegengewicht wordt voor de levering passend gepositioneerd en deze hoeft niet meer
aangepast te worden. Indien dit toch nodig mocht zijn, hoeft u alleen de schroef van het
tegengewicht maar los te draaien waarna u het tegengewicht aan kunt passen.
GEBRUIKSAANWIJZING
Windsensor PCE-FST-200-20X Serie
met verwarming
9