Inhoudsopgave
Advertenties
Als u op
drukt, wordt het weergavegeheugen niet gewist, zodat
D
u de laatste berekening ook nog met deze toets
Het weergavegeheugen wordt gewist als u een nieuwe berekening
D
start, naar een andere modus wisselt of de rekenmachine
uitschakelt.
Foutzoeker
Als u nadat een fout is opgetreden op
D
cursor bij weergave van de berekening op het punt waar de fout is
opgetreden.
Exponentiële notaties
Deze rekenmachine kan maximaal 10 cijfers weergeven. Grotere waarden
worden automatisch exponentieel weergegeven. Bij decimale waarden
kunt u kiezen tussen twee notaties, die bepalen vanaf welk punt de
exponentiële notatie wordt gebruikt.
Druk op
(of
NORM 2 te kiezen.
NORM 1
D
Bij NORM 1 wordt de exponentiële notatie automatisch voor gehele
getallen met meer dan 10 cijfers en voor decimale waarden met meer dan
twee decimalen gebruikt.
NORM 2
D
Bij NORM 2 wordt de exponentiële notatie automatisch voor gehele
getallen met meer dan 10 cijfers en voor decimale waarden met meer dan
negen decimalen gebruikt.
Bij alle voorbeelden in deze gebruiksaanwijzing worden de
D
rekenresultaten in de NORM 1−notatie weergegeven.
Resultaatgeheugen
Altijd als u na invoer van waarden of van een expressie op
D
drukt, wordt het berekende resultaat automatisch opgeslagen in het
resultaatgeheugen. U kunt de inhoud van het resultaatgeheugen
weer oproepen, door op
te drukken.
Het resultaatgeheugen kan maximaal 12 cijfers voor het
D
vaste−komma−gedeelte en twee cijfers voor de exponent opslaan.
De inhoud van het resultaatgeheugen wordt niet veranderd als de
D
berekening met een van de bovenstaande toetsen tot een fout leidt.
kunt oproepen.
of
drukt, bevindt de
) om NORM 1 of
7
Advertenties
Inhoudsopgave
