3
Voorbeeld 5: 12
1
Voorbeeld 6:
1
1
−
3
4
3
4
Voorbeeld 7: 8!
Voorbeeld 8: Genereren van een toevalsgetal tussen
0.000 en 0.999
Voorbeeld 9: 3π
FIX, SCI, RND
Voorbeeld 1: 200÷7×14=400
200
(Geeft drie decimalen weer.)
(De verdere berekening vindt plaats met 10 cijfers op
het display)
Dezelfde berekening met het weergegeven
aantal decimalen uitvoeren
(Interne afronding)
Druk op
om de FIX−invoer te wissen.
D
Voorbeeld 2: 1÷3, resultaten met twee significante cijfers
weergeven (SCI2).
Druk op
om de
D
SCI−invoer te wissen.
12
1728.
12.
8
40320.
0.664
3
9.424777961
7
14
400.
400.000
Fix
200
7
28.571
14
400.000
200
7
28.571
28.571
14
399.994
–01
3.3
1
3
Scl
12