Inhoudsopgave
Advertenties
4.4. Aansluiting van kabels en draden tussen secties
Voordat u delen van de luchtbehandelingskast vastmaakt, moet u verbindingskabels en draden van de secties aanslui-
ten. De kabelaansluitingen zijn gelabeld met connectienummers; sluit alleen connectoren met hetzelfde nummer aan. Het
aantal kabels en connectoren in verschillende secties kan verschillen afhankelijk van de gemonteerde componenten. Als er
geen functies of externe componenten worden besteld, kunnen er enkele ontkoppelde verbindingen tussen de secties zijn.
Raadpleeg het bedradingsschema van de specifieke kast om te zien welke aansluitingen moeten worden gebruikt.
1 – voedingskabel, 2 – communicatiekabels tussen printplaten 3 – labels met aansluitingsnummers
Sommige componenten (bijv. klepaandrijvingen, bevochtiger, enz.) hebben geen aparte connectoren en moeten wor-
den aangesloten op een klemmenblok van een aftakdoos (PD in bedradingsschema's).
De aangesloten draden en kabels moeten worden geïnspecteerd om er zeker van te zijn dat ze niet per
ongeluk worden losgekoppeld door trillingen van de kast of in contact komen met bewegende delen
van de kast (ventilatoren, kleppen, rotorwiel). Gebruik indien nodig speciale banden om de draden aan
de behuizing van de kast te bevestigen.
UAB KOMFOVENT behoudt het recht om veranderingen door te voeren zonder dit vooraf kenbaar te maken
RHP PRO_23-03
3
Fig. 41. Kabelverbindingen tussen secties
Fig. 42. Aftakdoos PD1
2
1
Advertenties
Inhoudsopgave
