3. Pas de focus aan voor een uniform goed gefocused display over het grootst gedeelte van het scherm.
TRACE
LED zal oplichten indien "trace rotation adjustment " is gekozen met SELECT
Met ADJUST knoppen kan u intesiteit verhogen of verlagen.
Ten gevolge van het magnetisch veld van de aarde kan het zijn dat de trace niet parallel loopt met de grid lijnen
op het scherm.
Dit kan u aanpassen met Trace Rotation.
4
SELECT
Laat toe om keuze te maken
5
POSITION 1 + POSITION 2, CH1 + CH2
Wijzigt trace positie van Ch 1 of Ch 2 resp.
2. In ADD mode zijn beide positie controles werkzaam. In XY mode is de Y positie niet aktief.
De X positie wordt steeds ingesteld met knop HORIZONTAL
Meting van DC spanningen
Als er geen spanning op de Y versterker staat of als GND geselecteerd is,, dan komt de trace positie overeen met
O volts.
Maar er is ook beïnvloeding door de positie instellingen.
(De trace is alleen zichtbaar bij Automatic triggering)
Om een DC spanning te meten, moet eerst de input ontkoppeld worden of aan GND gekoppeld worden.
Dan is het aan de gebruiker om de referentie trace positie te kiezen.
Dan kan de DC spanning gekoppeld worden of de input van GND naar DC.
De trace beweegt afhankelijk van de polariteit en de waarde van DC spanning en de ingestelde gevoeligheid.
6
SAVE / RECALL
Hiermee krijgt u toegang tot de instellinggeheugens. Er zijn 6 geheugenplaatsen.
Instellingen kunnen bewaard en opgeroepen worden.
SAVE: Om een instelling te bewaring, druk eerst even op SAVE/RECALL knop, tot de MODE knoppen
beginning te knipperen.
Door op de MODE knop te drukken, wordt de overeenkomstige geheugenplaats opgeroepen en is het mogelijk
de settings te bewaren.
RECAL: Om op te roepen,druk kortstondig de SAVE/RECALL knop. De MODE LED zal oplichten.
Door op de MODE knop te drukken, zal de overeenkomstige geheugensetting opgeladen worden en
overgenomen worden door de scopen.
7
AUTOSET
Deze knop stelt het toestel zodanig in dat het de meest gangbare signalen kan meten en op het scherm
weergeven.
Overzicht van de instellingen met AUTOSET:
- input koppeling (AC, DC) blijft ongewijzigd. De laatste instelling voor het schakelen naar GND blijft
behouden.
- Internal triggering.
- Automatic triggering.
- Automatische selectie van de triggerbron
- Het trigger niveau wordt ingesteld op het center van het bereik.
- VOLTS/DIV set to calibrated (variables off)
Air-Parts BV
November 2010
9