1.
Monteer de circulatiepomp in het gebouw in de re-
tourleiding van de verwarming naar de warmtepomp.
Toegestane inbouwlocaties:
2.
Zorg voor elektrische aansluitwerkzaamheden
aan de circulatiepomp.
Gebruikershandleiding van de circulatiepomp
3.
Leg de last- en signaalkabel naar de wandrege-
laar.
LET OP
Kort de last- en signaalkabel niet in.
AANWIJZING
Het minimale drukverlies (∆pmin) van het
systeem moet 0,01 bar bij 0,17 m³/h bedragen
om een doeltreffende regeling van de circula-
tiepomp te waarborgen.
6.2 Debietmeter / warmtemeter
LET OP
Zorg voor en achter de debietmeter voor een stabili-
satietraject (rechte buis) van minstens 5x DN van de
aansluitflens.
1.
Monteer de debietmeter in het gebouw voor de
circulatiepomp in het verwarmingscircuit.
Toegestane inbouwlocaties:
LET OP
Houd rekening met de stroomrichting.
8
AANWIJZING
Bevestig de leiding voor en na de debietme-
ter indien mogelijk aan de wand.
Voorbeld:
Gebruikershandleiding van de debietmeter
2.
Leg de aansluitkabel naar de wandregelaar.
LET OP
Kort de aansluitkabel niet in.
6.3 Aanvoer- en retoursensoren
1.
Bevestig de aanvoersensor (②) aan de warmte-
geleidende leiding van de aanvoer (①) die uit de
warmtepomp komt met kabelbinders en warmte-
geleidingspasta.
2.
Bevestig de retoursensor (④) aan de warmtege-
leidende leiding van de retour (③) die naar de
warmtepomp leidt met kabelbinders en warmte-
geleidingspasta.
3
Documentatie hydraulische aansluitingen
3.
Leg beide sensorkabels naar de wandregelaar.
Technische wijzigingen voorbehouden | 83071400cNL | ait-deutschland GmbH
1
2
4