INSTALLATIE- EN GEBRUIKERSHANDLEIDING VOOR DE SSHLV-SERIE
Zorg ervoor dat het ventilatiesysteem geen neerwaartse luchtstroom veroorzaakt bij het
ventilatiekanaal van het apparaat. Door de neerwaartse luchtstroom kan het apparaat niet
goed de dampen kwijt waardoor oververhitting kan ontstaan die op zijn beurt permanente
schade kan opleveren. Schade ten gevolge van neerwaartse luchtstromen valt niet onder de
garantie. Zorg ervoor dat NIETS OOIT de stroming belemmerd van ontbrandingslucht of
ventilatielucht door het apparaat. Plaats NOOIT iets bovenop het gedeelte waar de lucht
wordt afgezogen en blokkeer het ventilatiekanaal op geen enkele manier. Plaats NOOIT de
opvangbak voor gecondenseerd vet van de afzuigkap bovenop de opening van het
ventilatiekanaal.
Sluit de blaasinrichting van de ventilatie of de afzuigkap NOOIT rechtstreeks aan op het
ventilatiekanaal van dit apparaat. De hogere luchtstroming die daardoor in het
ontbrandingssysteem ontstaat, heeft tot gevolg dat het apparaat slechter werkt, slechter op
temperatuur komt, lastig aan te steken is en het kan de waakvlam doven.
Een systeem voor brandveiligheid moet wellicht worden aangepast als er extra of
vervangende apparaten onder worden geplaatst. Neem ALTIJD contact op met een vakman
op het gebied van brandveiligheid om u ervan te verzekeren dat alle apparaten die onder het
systeem voor brandveiligheid zijn geplaatst, voldoen beschermd zijn.
In Australië moet de installatie van friteuses voldoen aan AS/NZS 5601, gemeentevoorschriften en alle
andere wettelijke regelgeving. Gasslangen (bij gebruik) moeten voldoen aan AS/NZS 1869 klasse B of D,
geschikt zijn voor de diameter, zo kort mogelijk worden gehouden (niet langer dan 1,2 meter) en er
mogen geen valse slagen in zitten en ze mogen niet in aanraking kunnen komen met hete oppervlakken.
De friteuse moet door middel van een ketting die niet langer is dan 80% van de lengte van de gasslang in
hun bewegingsmogelijkheden worden beperkt.
2.10.
INSPECTIE
Voordat u het toestel begint te vullen en in werking zet, kijkt u naar het volgende:
Nadat het apparaat op zijn definitieve plaats is gezet, controleert u of hij waterpas staat. Verder
waterpas zetten kan worden uitgevoerd volgens de beschrijving eerder in deze handleiding.
Controleer of de temperatuursonde en de oververhittingsbeveiliging stevig op hun plaats zijn
bevestigd. Voel aan de bevestigingsschroeven van de oververhittingsbeveiliging om te
controlen of ze stevig zijn aangedraaid.
Neem het installatiegedeelte in deze handleiding door en controleer of alle stappen correct zijn
gevolgd en uitgevoerd.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
1) Sonde
2) Oververhittingsbeveiliging
L20-407-NL rev. 1 (12/14)
11