Condensreservoir plaatsen
• Zorg dat de vlotter correct is geplaatst in het
condensreservoir.
• Controleer of het condensreservoir leeg is en goed is
geplaatst.
Netsnoer aansluiten
• Steek de netstekker in een volgens de voorschriften
gezekerd stopcontact.
Bediening
Opmerkingen:
• Vermijd open deuren en ramen.
• Het apparaat werkt na het inschakelen volautomatisch.
• De ventilator draait tijdens ontvochtigingsbedrijf
permanent.
Bedieningselementen
10
Nr. Aanduiding
Toets ON / OFF
7
LvD OPERATION
8
LvD DEFROST
9
10 LvD TANK FULL
Apparaat inschakelen
Nadat het apparaat, zoals in hoofdstuk inbedrijfstelling is
beschreven, klaar voor gebruik is opgesteld, kan het worden
ingeschakeld.
1. Druk op de toets ON / OFF (7).
ð De LvD OPERATION (8) brandt.
Ontvochtiging
Het apparaat ontvochtigt de lucht continu binnen het werkbereik
van de relatieve luchtvochtigheid (20% tot 80% r.v.).
NL
9
8
7
Betekenis
Apparaat in-, resp. uitschakelen
Brandt in de bedrijfsmodus
Continubedrijf
Wordt weergegeven tijdens
automatisch ontdooien
Wordt bij vol of niet correct
geplaatst condensreservoir
weergegeven
Bedieningshindleiding – luchtontvochtiger TTK 24 E / TTK 24 E BS / TTK 24 E DS / TTK 24 WS
Auto-stop-functie
Is het condensreservoir vol of niet correct geplaatst, stopt het
apparaat automatisch. De LvD TANK FULL (10) brandt.
Bedrijf met slang aan de condensaansluiting
Voor langdurig continubedrijf of onbewaakte ontvochtiging,
moet een geschikte condensafvoerslang worden aangesloten op
het apparaat.
ü ven geschikte slang (diameter: 1/2") ligt klaar.
ü Het apparaat is uitgeschakeld.
1. Verwijder het condensreservoir uit het apparaat.
2. Schuif een uiteinde van de slang op de slangaansluiting.
6