Instellingen in het bedieningsmenu
Instellingen in het
bedieningsmenu
Gebruik de mogelijkheid om de instellingen in het
bedieningsmenu van uw ontvanger uit te voeren en
aan de draadloze microfoon over te dragen.
Aanwijzingen voor de overdracht van parameters
aan de draadloze microfoon staan vermeld in
de gebruiksaanwijzing van uw ontvanger. Deze
worden m.b.v. het Sync-symbool aangegeven.
Hoofdmenu „Menu"
De ingangsgevoeligheid instellen – „Sensitivity"
Menu
Sensitivity
–12 dB
„Sensitivity"
openen
Instelbereik: 0 tot −48 dB in stappen van 6 dB
De audiopiek „AF" wordt tevens weergegeven
wanneer de draadloze microfoon op mute is gescha-
keld, bijv. ter controle van de gevoeligheid voor live-
optredens.
B.Ch: 20.30
542.625
P
MUTE
AF
De ingangs-
gevoeligheid is ...
... te hoog
... correct
... te laag
20
Sensitivity
–12
„Sensitivity"
instellen
„Stored"
MHz
Effect/aanduiding
Bij dichtbij inspreken, een luide stem
of luide muziekpassages ontstaat
overmodulatie.
De aanduiding van de audiopiek
„AF"
latie een volledige uitslag zien.
Alleen bij de luidste passages laat de
aanduiding van de audiopiek „AF"
een volledige uitslag zien.
Het overdrachtstraject wordt te zwak
gemoduleerd. Dit leidt tot een ruis-
signaal.
dB
laat tijdens de overmodu-
Sensitivity
–36
dB
Invoer opslaan