AANBEVELINGEN VOOR DE INSTALLATIE VAN APPARATEN MET TOERENTALREGELING
Deze aanbevelingen gelden voor apparaten met
een asynchroonmotor en een frequentieregelaar met
eenfasevoeding.
NB
:
- Het
elektrische
voedingscircuit
veiligheidsvoorzieningen moeten voldoen aan de
in het betreffende land geldende voorschriften.
- De elektrische installatie van een apparaat mag
slechts worden uitgevoerd door een gekwalificeerd
elektricien.
Beveiliging van de apparaten
• Zoals alle elektronische systemen, bevatten
frequentieregelaars gevoelige componenten die
elektrostatische ontladingen afgeven. Voordat zij
werkzaamheden aan deze regelaars gaan
verrichten, moeten de personen die deze verrichten
de elektrostatische ontlading neutraliseren.
• Voor alle inwendige aansluitingswerkzaamheden
moet de spanning van het apparaat zijn uitges-
chakeld.
• Herhaaldelijk inschakelen van de spanning van
het apparaat veroorzaakt een overbelasting van
de frequentieregelaar waardoor deze kapot kan
gaan. Het is daarom noodzakelijk altijd drie
minuten te wachten tussen het uitschakelen en
weer inschakelen van de spanning.
Elektrische installatie
• Het apparaat wordt gevoed met eenfasestroom*
tot aan de frequentieregelaar die de stroom omzet
in driefasestroom met variabele frequentie voor de
voeding van de motor.
525502 nl ma 2014.09
525.502 CUTTER AND VEGETABLE SLICER - MANUAL
EN VOOR DE VEILIGHEID VAN PERSONEN
• Het apparaat mag uitsluitend worden aangesloten
op een net met eenfasige* wisselstroom van 200 –
240V / 50 of 60 Hz met aarding. Hogere netspan-
ningen beschadigen de frequentieregelaar.
• Aansluiting op de aarde is verplicht voor de
en
de
veiligheid van de personen.
Bescherming van personen met behulp van
beveiligingsschakelaars
Apparaten met een frequentieregelaar vereisen een
strenge selectie van de differentiaalschakelaar, om
de veiligheid van personen te waarborgen: er
zijn differentiaalschakelaars die reageren op
wisselstroom (type AC), stootstroom (type A) of alle
typen stroom (type B).
Gevaar !
De frequentieregelaars bevatten een
gelijkrichterbrug voor de netspanning. Hierdoor kan
in geval van kortsluiting aan de massa een aardlek-
gelijkstroom
differentiaalschakelaar die enkel op wisselstroom
reageert (type AC) verhinderen.
Daar het apparaat een eenfasevoeding* heeft, moet
dus een differentiaalschakelaar worden gebruikt die
reageert op stootstroom (type A), aangeduid met
nevenstaand symbool :
Opgelet
: Volgens de fabrikanten krijgen deze
differentiaalschakelaars verschillende benamingen.
Apparaten met een frequentieregelaar produceren
een lekstroom op de aarddraad waar van het
niveau kan leiden tot ontijdige uitschakeling van de
differentiaalschakelaar. Dit kan zich voordoen
wegens :
de
uitschakeling
van
een
.
• Aansluiting van meerdere apparaten met variabel
toerental op dezelfde differentiaalschakelaar.
• Een lekstroom van het apparaat die de reële
uitschakeldrempel van de differentiaalschakelaar
overschrijdt.
Opgelet
: Er bestaan toegestane fabricage-afwij-
kingen en afhankelijk van de differentiaalschakelaar
ligt de reële uitschakeldrempel tussen 50% en 100%
van de theoretische nominale drempel. Meet, indien
zich een probleem voordoet, de lekstroom van het
apparaat en de reële uitschakeldrempel van de dif-
ferentiaalschakelaar.
Zie om te beginnen de kenmerken van uw apparaat
in onderstaande tabel :
Doorsnede van Differentiaalschakelaar (Ph + N)
Apparaat
Voeding
de geleiders
Kaliber (A)
(mm
)
2
200 - 240V
R 502 V.V.
50 of 60 Hz
2,5
B20
R 602 V.V.
eenfasig
* Behalve specifieke modellen 200 - 240V driefase,
verkocht in Japan.
Kaliber (mA)
≥ 30
4