Gebruiksaanwijzing
3
Montage
3.1
Plaats van opstelling
Op de plaats van opstelling moet de geoorloofde omgevingstemperatuur gegarandeerd zijn. Bij
plaatsing in vochtige en natte ruimte moet u rekening houden met de beschermingklasse van de
Easyfloc 12.
3.2
Belangrijke opmerking over de plaatsing en de installatie
Voorzichtig:
Als er gevaarlijke stoffen met de Easyfloc 12 worden gepompt, dienen alle voorschriften,
richtlijnen en gevareninstructies bij de omgang met en de opslag van de desbetreffende
gevaarlijke stoffen in acht te worden genomen! Vooral voor het geval dat er lekkages
ontstaan, dient u de juiste maatregelen te nemen (bijv. opvangbakken)!
3.3
De doseerpomp bevestigen
Het toestel moet op een plaats worden geïnstalleerd waar het tegen mechanische
beschadigingen, bevingen (trillingen), water en dampen, logen en zuren beschermd is. U dient
eventueel een dubbele kapseling aan te brengen! Bij de montage dient u er op te letten dat de
behuizing niet wordt scheefgetrokken.
Inbouwpositie:
Montage van het apparaat boven het niveau van de bus.
Pomphuis loodrecht, slangaansluitingen omlaag.
3.4
Montageplan
(afbeelding vergelijkbaar)
www.dinotec.de
Montage
7