Gebruiksaanwijzing
5
Functiebeschrijving
5.1
Toepassingsgebieden / doseermedia
De Easyfloc 12 kan met strenge inachtneming van de onderstaande gegevens gebruikt worden
voor het doseren van vloeibare, niet-abrasieve en niet-brandbare media.
Er komen geen functionele onderdelen (met uitzondering van de slang en de zuiglans) in
contact met het medium.
Chemische bestendigheid van onderdelen die met het medium in aanraking komen, is
afhankelijk van het gedoseerde medium, de temperatuur van het medium en de bedrijfsdruk.
Kijk tevens op onze bestendigheidslijst die u desgewenst bij ons kunt aanvragen.
5.2
Leklagedetectie
In het pomphuis metalen contactpunten ingebouwd. Daarmee kunnen lekkages in de slang
worden gedetecteerd. Als er tussen beide contactpunten een elektrisch geleidende verbinding
bestaat, wordt de pomp uitgeschakeld en gaat ze over op storing.
5.3
Bewaking jerrycanpeil
De bewaking van het jerrycanpeil schakelt de Easyfloc 12 uit en geeft een alarm.
Het leegmeldcontact is bedoeld voor het extern uitschakelen van de Easyfloc 12.
5.4
Injectieplaats
Opmerking:
U moet ervoor zorgen dat de tegendruk op de injectieplaats de aangegeven maximum
druk niet overschrijdt.
Na het inbouwen van het injectieventiel moet het uiteinde van de dompelbuis (dat u
korter moet maken als dit nodig is) in de volumestroom van de buis zitten.
Afb. injectieventiel zonder
terugslag
Afb. injectieventiel met
terugslag
www.dinotec.de
Functiebeschrijving
11