Kort op Remote Start } drukken om
9.
de Home Connect instellingen te
verlaten.
Aanwijzingen
Wanneer er geen verbinding
■
gemaakt kon worden, verschijnt op
het display "§§ (fout). Controleer of
uw apparaat zich binnen het bereik
van het thuisnetwerk bevindt.
Herhaal het handmatige verbinden
met de Home Connect app.
Is uw smartphone of tablet nog met
■
het HomeConnect netwerk
verbonden, dan moet u eerst
verbinding maken met uw
thuisnetwerk.
Verbinden met de Home
Connect app
Is uw apparaat met het thuisnetwerk
verbonden, dan moet u het verbinden
met de Home Connect app.
Apparaat inschakelen.
1.
Op Remote Start } drukken en
2.
minstens 3 seconden ingedrukt
houden.
Op het display verschijnt
'ž£(automatisch verbinden).
Programmakiezer op positie 3
3.
draaien.
Op het display verschijnt '˜˜
(verbinden met app).
Op Start/Bijvullen A drukken.
4.
Het apparaat configureert nu een
verbinding met uw Home Connect app.
Open de Home Connect app op uw
5.
smartphone of tablet en kies
Verbinden om uw nieuwe apparaat
toe te voegen.
Is uw smartphone of
Aanwijzing:
tablet nog met het Home Connect
netwerk verbonden, dan moet u
eerst verbinding maken met het
thuisnetwerk.
Wordt uw apparaat niet automatisch
6.
weergegeven: kies dan in de
Home Connect app Huisapparaten
zoeken en daarna op Huisapparaat
verbinden klikken.
Volg de laatste stappen in de
7.
Home Connect app om uw apparaat
te verbinden.
Wanneer het apparaat succesvol met
het thuisnetwerk verbonden is,
verschijnt op het display '©Ÿ
(verbonden).
Kort op Remote Start } drukken om
8.
de Home Connect instellingen te
verlaten.
Wanneer er geen
Aanwijzing:
verbinding gemaakt kon worden,
verschijnt op het display "§§ (fout).
Controleer of uw smartphone of tablet
zich binnen het bereik van het
thuisnetwerk bevindt, resp. hiermee
verbonden is. Herhaal het verbinden
met de Home Connect app.
Home Connect
nl
37