3. Werking
De zender en ontvanger zijn in de fabriek al op elkaar afgestemd en zijn
na het plaatsen van de batterijen direct klaar voor gebruik. De hieronder
beschreven koppelingsprocedure kan worden uitgevoerd in geval van
storingen of de koppeling van andere zenders.
3-1. Registreer een zender bij de ontvanger:
Het bedieningswiel fungeert ook als knop. Open het klepje van het batte-
rijvak om het te bedienen.
1)
2)
3.)
1) Houd de knop op het bedieningswiel 2 tot 3 seconden ingedrukt. De
groene deurbelgebeurtnisindicator licht op en begint te knipperen. Indien
nodig drukt u nogmaals op de toets om over te schakelen naar de oranje
telefoonbel-indicator. Druk anders nogmaals op de toets om het koppe-
lingsproces te annuleren.
2) Wanneer de gewenste gebeurtenisindicator op de ontvanger knippert,
drukt u op de knop van de zender die u wilt koppelen. Als de koppeling
geslaagd is, hoort u een pieptoon en knippert het geselecteerde symbool
snel.
Een dubbele pieptoon betekent dat de koppeling mislukt is.
Controleer of de betreffende zender nog niet is geregistreerd.
3-2. De melodie instellen:
De standaardmelodie is standaard ingesteld. U kunt kiezen uit 4 deurbel-
melodieën en 2 telefoonringtones. Ga als volgt te werk om de melodie te
veranderen:
1) Houd de knop op het bedieningswiel 2 tot 3 seconden ingedrukt. De
groene deurbelgebeurtnisindicator licht op en begint te knipperen. Indien
nodig drukt u nogmaals op de toets om over te schakelen naar de oranje
telefoonbel-indicator. Druk anders nogmaals op de toets om het koppe-
lingsproces te annuleren.
Nederlands 43