CONFIGURATIE
BATTERIJEN PLAATSEN OF VERVANGEN
De HeartStart Trainer krijgt stroom van vier AA-alkalinebatterijen
(niet inbegrepen). U plaatst of vervangt de batterijen als volgt:
1. Druk op de vergrendeling op het klepje van het batterijvak aan de achterzijde
van de HeartStart Trainer. Verwijder het klepje en leg het opzij.
2. Verwijder de oude batterijen en recycle deze of voer ze af in
overeenstemming met de lokale regelgeving voor afvalverwerking.
3. Plaats vier nieuwe AA-alkalinebatterijen in het vak. Let op de plaatsings-
richting die aan de binnenkant van het batterijvak staat aangegeven.
4. Plaats het klepje van het batterijvak terug en duw erop om ervoor te
zorgen dat de vergrendeling het klepje op zijn plek houdt.
OPMERKING: gebruik geen verschillende batterijmerken door elkaar.
Gebruik geen oude en nieuwe batterijen tegelijk. Vervang alle batterijen
tegelijkertijd. Als de HeartStart Trainer gedurende enige tijd niet zal
worden gebruikt, moet u de batterijen verwijderen om mogelijke lekkage
en corrosie te voorkomen.
TRAININGSELEKTRODENCASSETTE PLAATSEN OF VERVANGEN
U plaatst de trainingselektrodencassette als
volgt:
1. Als een cassette in de HeartStart Trainer
is geplaatst, schuift u de vergrendeling
aan de bovenrand van de HeartStart
Trainer opzij. De elektrodencassette
wordt ontgrendeld. Verwijder de cassette.
2. Verwijder de nieuwe trainingselektrodencassette uit de hersluitbare
verpakking.
3. Plaats de trainingselektrodencassette
M5073A of M5074A in het vak aan de
voorzijde van de HS1-trainer (A). Druk de
cassette stevig naar beneden totdat deze op
zijn plaats klikt. Zorg dat de groene greep
helemaal naar beneden is geduwd (B). De
HeartStart Trainer laat weten wat voor type
elektroden zijn geplaatst (voor volwassenen
of voor baby/kind), waarna u een
trainingsscenario kunt selecteren. Als u niets
doet, wordt de HeartStart Trainer in de
stand-bymodus gezet en blijft hij gereed voor
gebruik.
boven-
aanzicht
A
B
5