A
I
H
vooraanzicht
A GREEP VOOR TRAININGSELEKTRODENCASSETTE. Trek de greep
omhoog om de HeartStart Trainer in te schakelen. Verwijder de harde
afdekking van de cassette, verwijder de hersluitbare beschermlaag en til
de elektroden uit de cassette.
B AAN-LAMPJE. Het groene AAN-lampje van de HeartStart Trainer
brandt wanneer de Trainer is ingeschakeld; het lampje is uit als de Trainer
is uitgeschakeld. (Bij de HS1-defibrillator knippert het Gereed-lampje wanneer
de defibrillator in de stand-bymodus staat en brandt zonder te knipperen
wanneer de defibrillator moet worden gecontroleerd.)
C AAN/UIT-KNOP. U kunt de HeartStart Trainer ook inschakelen door op
deze groene knop te drukken. Als u de HeartStart Trainer wilt uitschakelen,
drukt u nogmaals op de groene knop en houdt u deze één (1) seconde
ingedrukt.
D INFORMATIEKNOP. Deze blauwe 'i-knop' knippert als informatie
beschikbaar is. Druk op deze knop om die informatie te raadplegen. Bij
de HeartStart Trainer knippert de i-knop wanneer een scenarioselectie
beschikbaar is, en bij de start van een pauze bij patiëntenzorg wanneer
begeleiding bij reanimatie beschikbaar is.
E ALARMLAMPJE. Dit driehoekige lampje knippert tijdens ritme-analyse en
brandt zonder te knipperen wanneer toediening van een schok wordt
geadviseerd ter herinnering dat de patiënt niet mag worden aangeraakt.
F SCHOKKNOP. Deze oranje knop knippert wanneer de HeartStart
Trainer u adviseert een schok toe te dienen. Druk op de schokknop om
de gesimuleerde schok toe te dienen.
G IR-COMMUNICATIEPOORT (INFRAROOD). Deze functie is niet actief
op de HeartStart Trainer. (Bij de HS1-defibrillator wordt deze functie
gebruikt om gegevens rechtstreeks over te dragen tussen de defibrillator en een
computer met softwaretoepassingen voor gegevensbeheer van HeartStart
Event Review.)
bovenaanzicht
B
B
C
D
E
F
G
bovenaanzicht
K
achteraanzicht
J
3