5.9
Elektrische aansluiting (algemeen)
26
Gevaar voor elektrische schokken!
De elektrische installatie en aansluitingen mogen slechts door een
erkende elektricien uitgevoerd worden.
Netspanning 1/N/PE
AC 230 V + 6% - 10%, 50 Hz
Bij de installatie moeten de plaatselijke reglementering nageleefd
worden.
Bij de elektrische aansluiting moet de polariteit op die wijze
gerespecteerd worden dat de fasen niet verward kunnen worden.
Vóór de WGB moet een hoofdschakelaar geplaatst worden welke
alle geleiders kan onderbreken en over openingscontacten van ten
minstens 3 mm beschikt. Alle aansluitkabels moeten in de
kabelhalzen bevestigd worden.
Lengte van de kabels
De bus- en voelerkabels zijn laagspanningsgeleiders. Ze mogen niet,
wegens eventuele perturbatiesignalen, parallel met de
netspanninggeleiders geplaatst worden. In het tegenover gestelde
geval moet men beschermde kabels gebruiken.
Toegelaten lengte voor alle voelers:
Koperen geleider tot 20 m = 0,8 mm²
Koperen geleider tot 80 m = 1 mm²
Koperen geleider tot 120 m = 1,5 mm²
Type kabels: bv. LIYY of LiYCY x 0,8
Kabelhalzen
Alle elektrische kabels moeten door de kabelhalzen achteraan op
het toestel en op de klemmenstrook bevestigd worden. Daarbij
moeten de kabels, conform met het bedradingschema (schets 9), in
de kabelhalzen bevestigd worden.
Wachten tot het display terug zijn basisgegevens
weergeeft.
De infotoets indrukken. Het bericht, Stilstand regelaar
de theoretische waarde afstellen, verschijnt op het
display. De modulatiegraad wordt op het display
weergegeven.
De toets OK indrukken. De theoretische waarde kan
gewijzigd worden en moet vervolgens met behulp van
de toets OK bevestigd worden. De weergegeven
theoretische waarde wordt aldus door de regeling in
acht genomen.
Men verlaat de functie Stilstand regelaar door ongeveer
3 seconden op de toets Modus verwarming te drukken,
bij het bereiken van de maximale keteltemperatuur of
door een tijdsbegrenzing.
BAXI BELGIUM sa - Serie Brötje