Luchtdruk notatie en absolute of relatieve luchtdruk:
Luchtdruk notatie:
De luchtdruk kan worden weergegeven als hectoPas-
cal (hPa) , millimeterkwikdruk (mmHg) of inchkwikdruk
(inHG). In de Benelux wordt gebruik gemaakt van de
hectoPascal notatie. Vroeger werd de luchtdruk ook
wel in bar uitgedrukt. 1 mbar is gelijk aan 1 hPa
Relatieve luchtdruk:
Afhankelijk van het hoogteniveau (in vergelijking met
het zeeniveau) is de luchtdruk anders.
De absolute luchtdruk geeft de luchtdruk aan die
aanwezig is onafhankelijke van deze hoogte (neem
deze waarde als referentie). Voor het voorspellen van
het weer is het noodzakelijk om de juiste luchtdruk te
meten. Ook als men zich bv. 100 meter boven de zee-
spiegel bevindt. Dit noemt men de relatieve luchtdruk.
Per 8 meter neemt de luchtdruk met 1 hPa af. Als
u zich niet in de bergen bevindt hoeft u de relatieve
luchtdruk niet aan te passen.
• druk 4 x op toets "menu". Luchtdruk waarde gaat
knipperen
• druk op " " of " " om de luchtdrukeenheid aan te
passen (absoluut of relatief)
• druk op toets "enter". De luchtdrukeenheid gaat
knipperen
• druk op " " of " " om de luchtdrukeenheid aan te
passen (hPa, inHg of mmHg)
• druk nogmaals op toets "enter" om de hoge waarde
luchtdruk alarm in stellen
• druk nogmaals op toets "enter" om de lage waarde
luchtdruk alarm in stellen
• druk nogmaals op toets "enter" om de maximale
hoogst gemeten luchtdruk te wissen. Deze knippert
nu
• druk op toets "enter" en houdt deze 3 seconden
ingedrukt
• druk nogmaals op toets "enter" om de minimale
laagst gemeten luchtdruk te wissen. Deze knippert
nu
• druk op toets "enter" en houdt deze 3 seconden
ingedrukt
• druk op toets "history" om de modus te verlaten.
Druk wijzigingsdrempel en stormindicatie:
In de wijzigingsdrempel mode kan de drempel worden
ingesteld wanneer er daadwerkelijk een weersver-
andering zal worden aangegeven. Standaard staat
deze ingesteld op 2 hPa. Er moet dus een luchtdruk
verschil zijn van 2 hPa voordat er daadwerkelijk een
weersverandering wordt gesignaleerd. Deze waarde
van 2 hPa kan worden aangepast in 3 hPa of 4 hPa.
In de stormindicatie mode kan de drempel worden in-
gesteld wanneer er daadwerkelijk een weersverande-
ring betrekking tot een storm zal worden aangegeven.
Standaard staat deze ingesteld op 4 hPa per 3 uur.
Er moet dus een luchtdrukverschil zijn van 4 hPa bin-
nen 3 uur voordat er daadwerkelijk een storm wordt
gesignaleerd. Deze waarde van 4 hPa kan worden
aangepast tussen 3 tot 9 hPa. Bij detectie van storm
zal het weergegeven icoon gaan knipperen.
• druk 5 x op toets "menu". Voorspellingsicoon gaat
knipperen
• druk op toets "enter". wijzigingsdrempel gaat
knipperen
• druk op " " of " " om de wijzigingsdrempel aan te
passen tussen 2, 3 of 4 hPa
• druk nogmaals op toets "enter" om de storm drem-
pel
• druk op " " of " " om de wijzigingsdrempel aan te
passen tussen 3 en 9 hPa
• druk op toets "history" om de modus te verlaten.
Weersvoorspelling:
Aan de hand van de weergegeven icoontjes op het
display wordt een weersvoorspelling getoond.
Met pijltjes wordt aangegeven hoe de verandering
in het weer zal verlopen. Pijltje omhoog, weer wordt
beter. Pijltje omlaag, weer wordt slechter. Geen pijltjes
betekent dat het weer stabiel is.
De basis icoontjes zijn als volgt.
6
zonnig
licht bewolkt
bewolkt
regen
sneeuw