Waarschuwingssysteem voor botsingen
De FCWS-functie (waarschuwingssysteem voor botsingen) dient alleen ter informatie en u bent te allen tijde zelf
verantwoordelijk voor het in de gaten houden van de weg- en rijomstandigheden, opvolgen van verkeersregels
en veilige deelname aan het verkeer. Het FCWS-systeem gebruikt de camera om een hoorbare waarschuwing te
geven bij naderende voertuigen en biedt daarom bij beperkt zicht mogelijk een beperkte functionaliteit. Ga voor
meer informatie naar garmin.com/warnings.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar in alle gebieden of voor alle toestelmodellen.
Het waarschuwingssysteem voor kop-staartbotsingen waarschuwt u als het toestel detecteert dat u geen veilige
afstand bewaart tussen uw voertuig en het voor u rijdende voertuig. Het toestel bepaalt de snelheid van uw
voertuig via GPS en berekent op basis daarvan een zo veilig mogelijke volgafstand. Het waarschuwingssysteem
wordt geactiveerd bij een snelheid boven 48 km/u (30 mph).
Als het toestel detecteert dat u te dicht op het voor u rijdende voertuig rijdt, geeft het een waarschuwingssignaal
en wordt op het scherm een waarschuwing weergegeven.
Tips voor optimale werking van het FCWS-waarschuwingssysteem voor botsingen
De werking van het FCWS-waarschuwingssysteem voor botsingen wordt door verschillende factoren beïnvloed.
In sommige omstandigheden kan het FCWS-systeem een voor u rijdend voertuig niet detecteren.
• De FCWS-functie wordt alleen geactiveerd bij een snelheid boven 50 km/u (30 mph).
• De FCWS-functie kan een voor u rijdend voertuig mogelijk niet detecteren als het zicht van de camera op het
voertuig wordt belemmerd door regen, mist, sneeuw, zonlicht, koplampen van tegemoet rijdend verkeer of
duisternis.
• De FCWS-functie werkt mogelijk niet goed als de camera verkeerd is gericht
pagina 5).
• De FCWS-functie kan voertuigen op een afstand van meer dan 40 m (130 ft.) of binnen een afstand van 5 m
(16 ft.) mogelijk niet detecteren.
• De FCWS-functie werkt mogelijk niet goed als de plaatsinstellingen van de camera niet de juiste hoogte van
uw voertuig of plaats van uw toestel in het voertuig aangeven
10
WAARSCHUWING
(De cameraplaatsing instellen,
Functies voor het waarschuwen van de bestuurder
(De cameraplaatsing instellen,
pagina 5).