Video's en foto's op uw computer
OPMERKING: Sommige mediaspelers kunnen mogelijk geen media met hoge resolutie afspelen.
Video's en foto's worden opgeslagen in de map DCIM op de geheugenkaart van de camera. Video's worden
opgeslagen in de indeling MP4 en foto's in de indeling JPG. U kunt foto's en video's bekijken en verplaatsen
door de geheugenkaart of het toestel aan te sluiten op uw computer
pagina 9).
De video's en foto's zijn in verschillende mappen ingedeeld.
OPMERKING: Niet-opgeslagen video's en Travelapse video's zijn niet beschikbaar als de optie om direct niet-
opgelagen video's te verwijderen is ingeschakeld
100EVENT: Bevat video's die automatisch worden opgeslagen als het toestel een incident detecteert.
101PHOTO: Bevat foto's.
102SAVED: Bevat video's die handmatig zijn bewaard door de gebruiker.
103PARKM: Bevat video's die zijn opgeslagen tijdens het parkeren.
104TLPSE: Bevat Travelapse video's.
105UNSVD: Bevat niet-opgeslagen videobeelden. Het toestel overschrijft de oudste niet-opgeslagen video
wanneer de opslagruimte voor niet-opgeslagen video's vol zit.
De camera aansluiten op uw computer
U kunt de camera aansluiten op uw computer om software-updates te installeren of video's en foto's over te
brengen naar uw computer. Sluit de micro-USB-kabel van 1,5 m (5 ft.) die bij uw toestel is geleverd, aan op uw
computer.
OPMERKING: Het langere netsnoer dat bij uw toestel wordt geleverd, is alleen bedoeld voor voeding en kan niet
worden gebruikt om het toestel op uw computer aan te sluiten.
1 Steek het smalle uiteinde van de gegevenskabel in de micro-USB-poort op de camera.
2 Steek het bredere uiteinde van de gegevenskabel in een USB-poort op uw computer.
Het toestel wordt op uw computer weergegeven als verwisselbaar station of verwisselbaar volume, dit is
afhankelijk van het besturingssysteem.
Functies voor het waarschuwen van de bestuurder
Uw toestel is voorzien van functies die veiliger rijgedrag kunnen bevorderen, ook als u in een bekende omgeving
rijdt. Het toestel waarschuwt met een geluidssignaal of bericht en geeft bij elke waarschuwing informatie weer.
U kunt het geluidssignaal voor sommige bestuurderswaarschuwingen in- of uitschakelen.
Waarschuwing voor kop-staartbotsingen: Het toestel waarschuwt u als het detecteert dat u geen veilige
afstand bewaart tussen uw voertuig en het voor u rijdende voertuig.
Waarschuwing bij rijbaan wisselen: Het toestel waarschuwt u als het detecteert dat u dat u mogelijk per
ongeluk een rijbaanmarkering overschrijdt.
Rijwaarschuwing: Het toestel geeft een geluidssignaal en toont een melding wanneer verkeer dat is gestopt,
weer gaat rijden.
Flitsers: Het toestel speelt een toon af en geeft de maximumsnelheid en de afstand tot de snelheidscamera
weer.
Roodlichtcamera's: Het toestel speelt een toon af en geeft de afstand tot de camera met rood licht weer.
Functies voor het waarschuwen van de bestuurder
(De camera aansluiten op uw computer,
(Camera-instellingen,
pagina 18).
9