6. Controle voor eerste ingebruikname
Voor het in gebruik nemen van de machine, eerst aandachtig de handleiding
lezen en uzelf vertrouwd maken met de machine.
De werkruimte moet in orde zijn, goed verlicht en vrij van elk ongevalsrisiko
(geen vochtigheid of gevaarlijke produkten in de nabijheid).
Het dragen van gehoorbescherming is verplicht.
De operator moet beschermingsuitrusting dragen, aangepast aan het werk.
Onbevoegde personen moeten uit de buurt van de werkruimte gehouden
worden.
Gebruik voor elke opdracht de aangepaste boren (toerental, maten en
afmetingen, toepassingen, enz.).
7. Motor monteren en demonteren
Trek de stekker uit de contactdoos.
Demonteer steeds het werktuig voordat u de motor begint te monteren of te
demonteren.
De rem op de slede strak aantrekken. De motor is gemonteerd op het onderstel m.b.v. een
motorsteun met klem (asgat 60 mm)
8. Elektrische aansluiting
ELEKTRISCHE VEILIGHEID :
De machine mag uitsluitend worden aangesloten op een geaarde 30 mA
aardlekschakelaar. Indien geen aardlekschakelaar geïnstalleerd is, gelieve onze
catalogus te raadplegen die u verscheidene modellen voorstelt.
Correct gebruik van de restdifferentiaalstroominrichting, periodieke controle
inbegrepen; voor gereedschap geleverd met zo'n inrichting geïntegreerd in de kabel
of in de stekkerpen dient reparatie van een beschadigde kabel of stekker te gebeuren
door de fabrikant, door één van zijn agenten of door een bekwame
reparatiewerkplaats om het risico van een slecht uitgevoerde reparatie te voorkomen.
Gebruik eenfasestroom-contactdozen van het type 2 P (polen) + T (aarde) naar de
overeenkomstige voltages. Nakijken of de netspanning overeenkomt met de
aanduiding op het motorplaatje.
Verlengkabel: voldoende kabeldoorsnede voor het elektrisch vermogen, netaansluiting
via een kabel type H07 RNF doorsnede 3 x 2,5 mm2 tot 50 m lengte ; doorsnede
verdubbelen voor grotere lengten.