6 Inbedrijfstelling
6.1.2 Aandrijfrollen monteren
LET OP
• Aandrijfrollen rood = V-groef / aandrijfrollen blauw = U-groef
1 Draai kartelschroeven (3) los en verwijder deze.
2 Breng toevoerrollen (4) aan op de geleidingsstiften van aandrijftandwielen (2) en borg deze met kartelschroeven (3).
6.2 Montage MF1-Rear
Vanwege de verschillende aanbouwsituaties in de installaties dient de bouwer/exploitant van de MF1-Rear installatie zelf
voor een correcte montage te zorgen. Monteer de MF1-Rear op een montageplaat met toereikende afmetingen.
GEVAAR
Gevaar voor elektrische schok
Gevaarlijke spanning bij hetedraadtoepassing.
• Alle MF-aandrijvingen moeten bij de aanbouw elektrisch van de overige randapparaten worden geïsoleerd.
• Gebruik isolatiehulzen voor bevestiging van de schroeven aan de robot.
LET OP
• Zorg ervoor dat de bedieningselementen en aansluitingen vrij toegankelijk zijn.
• Selecteer de locatie zodanig dat er een korte en rechte geleiding van de draad wordt bereikt.
• De maten van de volgende montageboringen zijn identiek voor de MF1 en MF1-Rear.
Afb. 3
Maten van montageboringen in mm
NL - 10
MF1-Rear
BAL.0544.0 • 2018-08-15