5 Configuratie
Onderde
el
X, X1, X2 Buitenomgevingstemperatuur
Y, Y1, Y2 Gewenste tanktemperatuur of aanvoerwatertemperatuur.
Het hier weergegeven symbool stemt overeen met de
warmteafgever voor die zone:
▪
: Vloerverwarming
▪
: Ventilatorconvector
▪
: Radiator
▪
: Warmtapwatertank
5.2.8
Configuratiewizard: Tank
Verwarmingsbedrijf
Het warm tapwater kan op 3 verschillende manieren bereid worden.
Deze manieren verschillen onderling door de manier waarop de
gewenste tanktemperatuur ingesteld wordt en hoe de unit hierop
reageert.
#
Code
[5.7]
[6-0D]
▪ 0
warmhouden is toegestaan.
▪ 1: Geprogrammeerd + warmhouden:
De
opgewarmd volgens een programma
en tussen de geplande opwarmcycli,
het warmhouden is toegestaan.
▪ 2: Alleen geprogrammeerd: De tank
voor warm tapwater kan ALLEEN
volgens een programma opgewarmd
worden.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing voor meer informatie.
Instelpunt confort bedrijf
#
Code
[5.3]
[6-0A]
Alleen van toepassing als de productie
van warm tapwater Alleen
geprogrammeerd of Geprogrammeerd +
warmhouden is. Bij het programmeren
van het programma kunt u gebruik
maken van het comfortinstelpunt
ingesteld als een voorgeprogrammeerde
waarde. Indien u later het
opslaginstelpunt wilt wijzigen, hoeft u dit
maar op één plaats te doen.
De tank zal opwarmen tot de
opslagcomforttemperatuur is bereikt.
Dit is de gewenste temperatuur wanneer
een opslagcomfortactie gepland werd.
Daarbij kan tevens een opslagstop
geprogrammeerd worden. Dit zorgt
ervoor dat de tank stopt met opwarmen
zelfs wanneer het instelpunt NIET werd
bereikt. Programmeer alleen een
opslagstop wanneer tankverwarming
absoluut niet gewenst wordt.
Installatiehandleiding
18
Beschrijving
Beschrijving
Enkel
warmhouden:
Enkel
warm
tapwatertank
wordt
Beschrijving
Instelpunt Eco bedrijf
#
Code
[5.4]
[6-0B]
De opslageconomischtemperatuur
duidt op de lagere gewenste
tanktemperatuur. Dit is de gewenste
temperatuur wanneer een
opslageconomischactie gepland werd
(liefst tijdens de dag).
Instelpunt warmhouden
#
Code
[5.5]
[6-0C]
▪ Gewenste
warmhoudentanktemperatuur wordt
gebruikt:
▪ in de stand Enkel warmhouden of
▪ tijdens opslag comfort, om voorrang
5.3
Menu Instellingen
U kunt bijkomende instellingen uitvoeren via het hoofdmenuscherm
en de submenu's. De belangrijkste instellingen worden hier vermeld.
5.3.1
Primaire zone
Thermostaattype
Alleen van toepassing in externe kamerthermostaatregeling.
OPMERKING
Indien een uitwendige kamerthermostaat wordt gebruikt,
zal de uitwendige kamerthermostaat de vorstbescherming
kamer bedienen. De vorstbescherming kamer is echter
alleen
mogelijk
als
aanvoerwatertemperatuur op de gebruikersinterface van
de unit is INgeschakeld.
#
Code
[2.A]
[C–05]
Externe kamerthermostaattype voor de
primaire zone:
▪ 1: 1 contact: De gebruikte externe
kamerthermostaat
thermo AAN/UIT-staat sturen. Er is
geen onderscheid tussen een vraag
naar verwarming of een vraag naar
koeling.
▪ 2: 2 contacten: De gebruikte externe
kamerthermostaat
verwarm-/koelthermo
kan sturen.
Beschrijving
Beschrijving
Geprogrammeerd + warmhouden:
de
gegarandeerde
minimum
tanktemperatuur
wordt
ingesteld
door het Instelpunt warmhouden
min
de
warmhoudenhysteresis.
Indien de tanktemperatuur onder
deze waarde valt, wordt de tank
opgewarmd.
te geven aan de bereiding van warm
tapwater.
Wanneer
tanktemperatuur
boven
deze
waarde stijgt, worden de bereiding
van
warm
tapwater
ruimteverwarming/koeling na elkaar
uitgevoerd.
de
regeling
van
Beschrijving
kan
enkel
een
gescheiden
AAN/UIT-staat
EHVH04+08S23DAV
Daikin Altherma – Lage-temperatuur-Split
4P499571-1 – 2017.06
de
en
de
een