6 Installatie
▪ Helling. De afvoerleiding moet afhellen (minstens 1/100) om te
voorkomen dat er lucht in de leiding blijft zitten. Gebruik
hangstaven zoals afgebeeld.
1~1.5 m
a
Ophangstaaf
O
Toegelaten
X
Niet toegelaten
▪ Condensatie. Neem maatregelen tegen condensatie. Isoleer de
volledige afvoerleiding in het gebouw.
Afvoerleiding aansluiten op de binnenunit
OPMERKING
Een slechte aansluiting van de afvoerslang kan lekken
veroorzaken
en
schade
installatieruimte en de omgeving.
1 Duw de afvoerslang zo ver mogelijk over de aansluiting van de
afvoerleiding.
2 Draai de metalen klem vast tot er minder dan 4 mm tussen de
schroefkop en het metalen klemdeel zit.
3 Controleer op waterlekken (zie Controle op waterlekken).
4 Installeer het isolatiedeel (afvoerleiding).
5 Draai het grote afdichtingskussen (= isolatie) rond de metalen
klem en de afvoerslang, en bevestig het met kabelbinders.
6 Sluit de afvoerleiding aan op de afvoerslang.
1
2~6
a
b
e
4
1
A-A'
a
Aansluiting afvoerleiding (bevestigd aan de unit)
b
Afvoerslang (accessoire)
c
Metalen klem (accessoire)
d
Groot afdichtingskussen (accessoire)
e
Isolatiedeel (afvoerleiding) (accessoire)
f
Afvoerleiding (lokaal te voorzien)
OPMERKING
▪ Verwijder de afvoerblindprop NIET. Anders kan er
water uit lekken.
▪ Gebruik de afvoeruitlaat alleen voor het afvoeren van
water als de afvoerpomp niet wordt gebruikt of
vooraleer het onderhoud uit te voeren.
▪ Wees voorzichtig bij het aanbrengen en verwijderen
van de blindprop. Het overmatig uitoefenen van druk
kan de afvoeraansluiting vervormen van de lekbak.
Verwijder de blindprop.
▪ Beweeg de blindprop niet op en neer.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
12
a
berokkenen
aan
de
c
d
f
2
5
A
A
A'
A'
≤4 mm
d
c
3
b
a
a
Duw de blindprop in.
▪ Breng de blindprop aan en duw ze omlaag met een
kruiskopschroevendraaier.
a
a
Blindprop
b
Kruiskopschroevendraaier
Controle op waterlekken
Giet langzaam ongeveer 1 l water in de afvoerbak en controleer op
waterlekken.
a
b
c
a
Luchtuitblaas
6
b
Draagbare pomp
c
Emmer
d
Koelmiddelleidingen
e
Afvoeruitlaat
6.3
De koelmiddelleiding aansluiten
6.3.1
Over het aansluiten van de
koelmiddelleidingen
Alvorens de koelmiddelleidingen aan te sluiten
Controleer of de buitenunit en binnenunit gemonteerd zijn.
Typische werkstroom
De koelmiddelleiding aansluiten betekent:
▪ De koelmiddelleiding op de buitenunit aansluiten
▪ De koelmiddelleiding op de binnenunit aansluiten
▪ De koelmiddelleiding isoleren
▪ Houd rekening met de richtlijnen voor:
▪ Buigen van leidingen
▪ Leidinguiteinden optrompen
▪ Soldeersel
▪ Gebruik van de afsluiters
b
d
e
FDXM25~60F3V1B
Split-systeem airconditioners
4P482333-1 – 2017.03