BEDIENINGSINSTRUCTIE BMC TYPE 80
SIGNALERING VAN EEN BRANDMELDING
Doormelding
Signaalgevers
ONTRUIMINGSALARM
Totaal alarm
Herstel alarm
knop enkele seconden indrukken
Vooralarm
Vertraging
In het bovenstaande voorbeeld is er een brandmelding van groep 3 (automatische brandmelder).
De brandmelding wordt aangegeven door de volgende indicatoren.
•
De rode optische indicator in het "overzicht van de meldergroepen".
De eerste melding knippert, de overige meldingen lichten continu op.
•
Het display. Meerdere meldingen kunnen zichtbaar
worden gemaakt door het bedienen van de toetsen.
•
De rode optische indicator "brand".
•
De zoemer wordt continu aangestuurd.
Deze kan wordt afgesteld door het bedienen van de toets
De optische signalering "doormelding" licht op indien er een doormelding heeft plaatsgevonden.
(eventueel na een vertragingstijd)
WAT TE DOEN BIJ EEN BRANDMELDING
Zoek de betreffende brandmelder op die de brandmelding heeft veroorzaakt.
Neem de benodigde maatregelen overeenkomstig uw interne alarmorganisatie.
Noteer de melding in het logboek.
Ga na of dat de melding kan worden hersteld en of het onderhoudsbedrijf geïnformeerd dient te worden.
•
Bij brand- of waterschade het onderhoudsbedrijf informeren.
•
Bij een ongewenst brandmelding kan de groep worden ingeschakeld als de ruimte goed is geventileerd.
•
Bij een onechte brandmelding het onderhoudsbedrijf informeren.
Het herstellen van een brandalarm zie bladzijde 6
Blz 2
Overzicht van de meldergroepen
Brand 1 2 3 4 5 6 7 8
Storing / 1 2 3 4 5 6 7 8
Uitschakelen
BRAND No-1
GROEP 3 AUT.
Code
Esc
Brand
Doormelding
Signaalgevers
Groep
Relais
Vertraging
3
Menu
Reset centrale
3
1
2
Zoemer uit
5
6
4
Test/LEDtest
8
9
7
In / uit
0
Zoemer uit
Storing
In bedrijf
Noodbedrijf
Energievoorziening
Doormelding
Signaalgevers
Uitschakelen
Doormelding
Signaalgevers
In test