Alarmen
5.1
Noodalarm
Dit alarm kan met de noodoproepknop aan de voorkant van het apparaat worden
geactiveerd. Het alarm kan worden geactiveerd door drie keer achter elkaar kort op de
toets te drukken of 3 seconden lang op de toets te drukken.
5.2
Valalarm
Het valalgoritme dat in het apparaat is ingebouwd, heeft twee gevoeligheidsniveaus:
hoog of normaal.
Als het apparaat een val registreert, controleert het gedurende 30 seconden na de val op
beweging of stappen. Als er binnen deze periode beweging of stappen worden
geregistreerd, dan annuleert het apparaat het valalarm. Deze procedure is stil en de
gebruiker merkt er niets van dat het apparaat een val heeft geregistreerd en daarna
geannuleerd.
Als het apparaat een val registreert, wordt de gebruiker daarna gedurende 30 seconden
om de seconde gewaarschuwd met een pieptoon. Tijdens deze 30 seconden kan het
valalarm door de gebruiker worden geannuleerd door op de zijknop te drukken.
NB! Een vals alarm wordt geannuleerd als er na de val beweging wordt gedetecteerd. Als
het apparaat op een hard oppervlak wordt geplaatst, zoals een tafel, en dan niet wordt
verplaatst, kan het een vals alarm genereren.
5.3
Geofence-alarm
Bij de Careium 450 kunnen twee soorten Geofence-alarmen worden ingesteld. Deze
instellingen kunnen via i-care® online worden ingesteld. Het gebied moet zodanig
worden gedefinieerd dat het doelwit, zoals een huis of een meer, zich in het midden van
het gebied bevindt. De straal van het gebied moet minimaal 100 m zijn.
• Geofence-alarm IN.
o Als het apparaat in dit gebied komt, wordt het alarm geactiveerd
o Er kunnen twee zones voor Geofence IN worden ingesteld
• Geofence OUT
o Als het apparaat buiten dit gebied gaat, wordt er een alarm verzonden
o Het baken moet zich binnen dit gebied bevinden
o Er kan één Geofence OUT-zone worden ingesteld
6