2.1
Medische apparatuur
Apparaten die radiosignalen uitzenden, zoals mobiele telefoons, kunnen storing
veroorzaken in onvoldoende afgeschermde medische apparatuur. Raadpleeg een arts of
de fabrikant van de apparatuur om te bepalen of deze voldoende is afgeschermd tegen
externe radiosignalen of als u andere vragen hebt. Als in een zorginstelling bordjes
hangen waarop staat dat u het apparaat tijdens uw bezoek moet uitschakelen, moet u
zich daaraan houden. Ziekenhuizen en andere zorginstellingen gebruiken soms
apparatuur die gevoelig is voor externe radiosignalen.
2.1.1
Medische implantaten
Fabrikanten van medische implantaten raden een minimale afstand van 15 cm tussen
een draadloos apparaat en het medische apparaat aan om mogelijke storing te
voorkomen. Personen die dit soort apparaten hebben, moeten zich aan het volgende
houden:
• Houd het draadloze apparaat altijd meer dan 15 cm uit de buurt van het medische
apparaat.
• Draag de telefoon niet in een borstzak.
• Houd het draadloze apparaat bij het andere oor dan het oor aan de kant van het
medische apparaat.
As u denkt dat er sprake van storing is, schakel de telefoon dan onmiddellijk uit.
Raadpleeg uw arts als u vragen hebt over het gebruik van uw draadloze apparaat in
combinatie met een medisch implantaat.
2.2
Specifiek absorptietempo (SAR – specific absorption rate)
Dit apparaat voldoet aan de toepasselijke internationale veiligheidseisen met betrekking
tot blootstelling aan radiogolven. Uw mobiele apparaat is een radiozender en -
ontvanger. Het is zo ontworpen dat het de limieten voor blootstelling aan radiogolven
(radiofrequente elektromagnetische velden) die door de internationale richtlijnen van de
onafhankelijke wetenschappelijke organisatie ICNIRP (International Commission of Non-
Ionizing Radiation Protection) worden aanbevolen, niet overschrijdt. De
blootstellingsrichtlijnen voor radiogolven gebruiken een maateenheid die bekend staat
als het specifiek absorptietempo of SAR.
De SAR-limiet voor mobiele apparaten is 2 W/kg, gemiddeld over 10 gram weefsel, en
bevat een aanzienlijke veiligheidsmarge om de veiligheid van alle personen te
waarborgen, ongeacht leeftijd of staat van gezondheid. Tests voor het bepalen van SAR
worden uitgevoerd in de normale gebruiksposities, waarbij het apparaat met het
maximaal gecertificeerde vermogen uitzendt in alle geteste frequentiebanden. De
hoogste SAR-waarden onder de ICNIRP-richtlijnen voor dit apparaatmodel zijn:
4