Installatie van de Binnenunit (1)
7.
Controle op gaslekken
1) Controleer op gaslekken na de ontluchting.
2) Zie de paragrafen over ontluchten en
gaslekkagecontroles in de installatiehandleiding
voor de buitenunit.
8.
Bevestiging van de aansluitleiding
• Bevestig de leiding nadat u op gaslekken hebt
gecontroleerd, zoals hierboven beschreven.
1) Snijd het geïsoleerde deel van de
gebouwleidingen zodanig op maat dat ze
aansluiten op de aansluiting op het apparaat.
2) Plak de snijlijn in de isolatiemantel om de
koelmiddelleidingen en de koppeling helemaal
dicht met tape.
3) Omwikkel de snijlijn en de koppeling met de
meegeleverde isolatieplaat
dat er geen openingen tussen de delen
achterblijven.
VOORZICHTIG
1) Isoleer de voeg tussen de leidingen zorgvuldig.
Een onzorgvuldige isolatie kan tot waterlekken leiden.
2) Steek de LEIDING naar binnen, zodat deze het ventilatierooster niet belast.
9.
De afvoerslang aansluiten
Steek de meegeleverde draineerslang
in de aansluiting van het draineerschaal.
Steek de draineerslang er zo diep mogelijk
in tot ze vast aansluit aan een afdichtring
van de aansluiting.
■
Nederlands
en zorg ervoor
D
C
1)
2)
Koelmiddelleiding
Snijlijn
Draineerschaal
Afdich-
tring
C
Draineerslang
Controleer hier op lekkage.
•
Breng zeepwater aan en
controleer zorgvuldig op
gaslekken.
•
Wis zeepwater af na afloop
van de controle.
3)
Koelmiddelleiding
Koelmiddelleiding
Snijlijn
D
Isolatieplaat
Tape
Hulpleiding
Draineer-
schaal
Afdich-
tring
C
Draineerslang
12