Gebruiksaanwijzing 2911
Signaalontvangst-probleemoplossing
Controleer de volgende punten als u problemen ondervindt met het kalibratiesignaal
ontvangst.
Probleem
Mogelijke oorzaak
• Het horloge is niet in de tijdfunctie.
Kan geen
• Uw woonplaats-stadscode is niet:
handmatige
ontvangst
BER, PAR of LON.
uitvoeren.
• U heeft de tijdinstelling handmatig
Automatische
ontvangst in
gewijzigd.
• Het horloge was niet in de tijd- of
ingeschakeld,
maar de niveau
wereldtijdfunctie of u voerde een
-4-ontvangst-
knopbediening uit gedurende de
indicator
laatste sgnaalontvangsbediening.
• Zelfs als de ontvangst succesvol is,
verschijnt niet
op het display.
verdwijnt de niveau-4-ontvangstindicator
elke dag wanneer de tweede dagelijkse
automatische ontvangstbediening wordt
uitgevoerd.
• Er zijn uitsluitend tijdgegevens
(uren, minuten, seconden) ontvangen
gedurende de laatste ontvangstbediening.
De niveau-4-ontvangstindicator verschijnt
alleen wanneer zowel tijd- als
datumgegevens (jaar, maand, dag)
zijn ontvangen.
• Als de tijd een uur verschilt, kan de
De tijdinstelling
is niet juist na
instelling van de zomertijd incorrect zijn.
• De instelling van de woonplaatscode is
signaalontvangst.
niet juist voor het gebied waar u het
horloge gebruikt.
=
Zie "Belangrijk!" bij "Tijdkalibratie- signaalontvangst" en "Radiogecontroleerde
tijdfunctie voorzorgsmaatregelen"Voor meer informatie.
Wereldtijd
De wereldtijd toont de huidige tijd in 30 steden
Huidige tijd in de
geselecteerde stad
(29 tijdzones) over de gehele wereld.
=
Controleer als de voor een plaats getoonde huidige
tijd niet juist is de tijdinstellingen van uw woonplaats
en maak de noodzakelijke wijzigingen.
=
Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd in
de wereldtijdfunctie, die u selecteert door op
drukken.
Stadscode
De tijd in een andere stadscode bekijken
Druk in de wereldtijdfunctie op
om naar het oosten of op
door de stadscodes (tijdzones) te bladeren.
=
Zie de "Stadscodetabel" voor meer informatie over stadscodes.
Bij een stadscodetijd tussen standaard- en zomertijd wisselen
1. Gebruik in de wereldtijdfunctie
DST- indicator
stadscode (tijdzone) te tonen waarvoor u de instelling
van de standaardtijd/zomertijd wilt veranderen.
2. Houd
getoond) en standaardtijd (DST niet getoond) te
wisselen.
=
Onthoud dat u niet tussen zomertijd en standaardtijd
kunt wisselen terwijl GMT als stadscode geselecteerd
is.
=
De DST-indicator verschijnt uitsluitend als u een stadscode selecteert waarvoor
de zomertijd is ingeschakeld.
=
Onthoud dat de instelling van de zomertijd/standaardtijd alleen de huidig getoonde
stadscode betreft. Andere stadscodes worden niet veranderd.
Alarmen
De alarmfunctie geeft u de mogelijkheid te kiezen uit vier
Alarmtijd
(Uren : Minuten)
eenmalige alarmen en een wekalarm. Gebruik de
alarmfunctie ook om het uursignaal (
schakelen.
Er zijn vijf verschillende alarmen genummerd
=
tot en met
uitsluitend als wekalarm instellen. Alarmen
AL4
en met
Alarmnummer
alarmen worden gebruikt.
Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd in
=
de alarmfunctie, die u selecteert door op
drukken.
Een alarmtijd instellen
1. Gebruik in de alarmfunctie
door de alarmschermen te bladeren totdat het alarm
waarvoor u de tijd wilt instellen getoond wordt.
2. Houd nadat u een alarm heeft geselecteerd
ingedrukt totdat de uurcijfers van de alarmtijd
beginnen te knipperen, wat aangeeft dat het
instelscherm geselecteerd is.
=
Door deze bediening wordt het alarm automatisch
ingeschakeld.
3. Gebruik
om het knipperen tussen de uur- en minuteninstelling te wisselen.
4. Gebruik terwijl een instelling knippert
5. Druk op
om het instelscherm te verlaten.
=
Als u de alarmtijd instelt met gebruikmaking van 12-uur tijdweergave, let er dan op
dat u de tijd correct instelt als ochtendtijd (geen indicator) of middag/avondtijd (P
indicator).
Alarmbediening
Het alarm klinkt op de instelde tijd gedurende 10 seconden, ongeacht de functie
waarin het horloge zich bevindt. In het geval van een wekalarm klinkt het alarm
elke vijf minuten, in totaal zeven keer, of totdat u het alarm uitschakelt.
Wat u dient te doen
• Selecteer de tijdfunctie en
probeer het opnieuw.
• Selecteer BER, PAR of LON
als woonplaats.
• Voer handmatige
signaalontvangst uit of wacht
totdat de volgende
automatische signaal-
ontvangstbediening wordt
uitgevoerd.
• Controleer of het horloge op
een locatie is waar het het
signaal kan ontvangen.
• Verander de zomertijdinstelling
naar Auto DST
• Selecteer de juiste
woonplaatscode.
te
om naar het westen
en
om de
ingedrukt om tussen zomertijd (DST
SIG
) in of uit te
AL1
AL4
SNZ
SNZ
en
. U kunt
AL1
tot
kunnen uitsluitend als eenmalige
te
om naar het oosten
(+) en
(-) om deze te wijzigen.
Door op een willekeurige knop te drukken, stopt het alarm.
=
=
Als u het gedurende een 5-minuten interval tussen twee wekalarmen een van de
volgende bedieningen uitvoert, stopt de huidige wekalarmbediening.
Het tijdfunctie-instelscherm tonen
Het wekalarm-instelscherm tonen
Het alarm testen
Houd in de alarmfunctie
ingedrukt om het alarm te laten klinken.
Een alarm in- en uitschakelen
1. Gebruik in de alarmfunctie D om een alarm te
Wekalarm indicator
selecteren.
2. Druk op
=
Als u een eenmalig alarm (
inschakelt, wordt de alarm-aan-indicator op het
alarmfunctiescherm getoond. Als u het wekalarm
SNZ
(
) inschakelt, worden de alarm-aan-indicator
en de wekalarm-aan-indicator op het alarmfunctie-
Alarm-aan-indicator
scherm getoond.
=
De alarm-aan-indicator wordt in alle functies getoond als een alarm is ingescha-
keld. Als het wekalarm is ingeschakeld, wordt de wekalarm-aan-indicator in alle
functies getoond.
=
De alarm-aan-indicator knippert terwijl een alarm klinkt.
=
De wekalarm-aan-indicator knippert gedurende de 5-minuten-intervallen tussen de
alarmen.
Het uursignaal in- en uitschakelen
1. Gebruik in de alarmfunctie
Uursignaal-
SIG
(
) te selecteren.
aan-indicator
2. Druk op
getoond) of uit (uursignaal-aan-indicator niet
getoond) te schakelen.
=
De uursignaal-aan-indicator wordt in alle functies op
het display getoond als deze functie is ingeschakeld.
Timer
Seconden
U kunt de timer instellen binnen een bereik van
1 minuut tot en met 60 minuten. Een alarm klinkt als
de timer 0 bereikt.
Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd
=
in de timerfunctie, die u selecteert door op
drukken.
Minuten
1/10 seconde
De timer-starttijd instellen
1. Houd terwijl in de timerfunctie de timer-starttijd op het display getoond op
ingedrukt totdat de huidige timer-starttijd begint te knipperen, wat aangeeft
dat het instelscherm geselecteerd is.
Gebruik als de timer-starttijd niet getoond wordt de bij "De timer gebruiken"
=
beschreven bediening om deze te tonen.
2. Gebruik terwijl een instelling knippert
3. Druk op
om het instelscherm te verlaten.
De timer gebruiken
Druk in de timerfunctie op
om de aftelling te starten.
=
Als het einde van de aftelling bereikt is, klinkt het alarm gedurende 10 seconden of
totdat u deze stopt door op een willekeurige knop te drukken. De timer wordt
automatisch weer op de starttijd ingesteld als het alarm stopt.
Druk tijdens een aftelling op
om deze te pauzeren. Druk nogmaals op
=
aftelling te hervatten.
=
Pauzeer om een aftelling volledig te stoppen deze eerst (door op
druk vervolgens op
. Hierdoor wordt de afteltijd weer op de starttijd ingesteld.
Stopwatch
De stopwatch maakt het mogelijk verstreken tijd,
Minuten
Seconden
stoptijden en twee finishtijden te meten.
=
Het bereik van de stopwatch is 23 uur, 59 minuten
en 59,99 seconden.
=
De stopwatch loopt door, opnieuw startend vanaf
0, nadat deze zijn limiet heeft bereikt, tenzij u deze
stopt.
=
Als u de stopwatchfunctie verlaat terwijl een
tussentijd is bevroren op het display, wordt de
Uren 1/100
tussentijd verwijderd en keert deze terug naar de
seconde
verstreken tijdmeting.
=
De stopwatchmeting loopt door, zelfs als u de stopwatchfunctie verlaat.
=
Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd in de stopwatchfunctie, die u
selecteert door op
te drukken.
Tijd meten met de stopwatch
Verstreken tijd
Start
Stop
Herstart
Tussentijd
Start
Tussentijd
Loslaten tussentijd
(SPL displayed)
Twee finishtijden
Tussentijd
Stop
Start
Eerste renner
Tweede renner
finisht.
finisht.
Tijd eerste
renner op display.
om deze in of uit te schakelen.
AL1
AL4
tot en met
)
om het uursignaal
om deze in (uursignaal-aan-indicator
te
(+) en
(-) om deze te wijzigen.
om de
te drukken) en
Stop
Wissen
Stop
Wissen
Loslaten tussentijd
Wissen
Tijd tweede
renner op display.
3