12
Technische gegevens
12 Technische gegevens
Omschrijving
Spanningsvoorziening
Verbruik
Verbruik met verlichting van de
achtergrond (alleen mogelijk bij
gebruik op UBA3/UBA3.5-toestel)
Afmetingen
(breedte x hoogte x diepte)
Gewicht
Toelaatbare bedrijfstemperatuur
Toelaatbare temperatuur
gedurende opslag
Toelaatbare relatieve luchtvoch-
tigheid
Tabel 12 Technische gegevens
Sensorkarakteristieken
Buitentempera-
Ketel-/ruimtetemperatuursensor en
tuursensor
warmwatertemperatuursensor
°C
kW
°C
-20
96,358
10
-15
72,510
15
-10
55,054
20
-5
42,162
25
0
32,556
30
5
25,339
35
10
19,872
40
15
15,699
45
20
12,488
50
25
10,001
55
30
8,060
Tabel 13 Weerstandswaarden van de temperatuursensors
34
Eenheid Waarde
V DC
16
W
0,3
W
0,6
mm
150 x 90 x 33
g
180
°C
0 tot 50
°C
0 tot 70
%
0 tot 90
kW
°C
kW
19,782
60
2,473
15,699
65
2,065
12,488
70
1,731
10,001
75
1,456
8,060
80
1,229
6,535
85
1,041
5,331
90
0,884
4,372
95
0,753
3,606
100
0,643
2,989
13 Woordenlijst
Dag-reeks
Bij het invoeren van een schakelpunt kan gebruik worden ge-
maakt van een dag-reeks. Dit is een reeks waarbij op elke dag
op het zelfde tijdstip dezelfde temperatuur wordt gevraagd.
Referentievertrek
Een ruimte (bijv. de woonkamer) waarin:
•
de temperatuur gemeten kan worden die representatief is
voor de hele woning;
•
men doorgaans de meeste tijd doorbrengt. Meestal is dit de
woonkamer.
Ruimteregeling
Bij deze regeling meet de thermostaat de temperatuur in de
ruimte waarin hij is geplaatst. De gemeten temperatuur wordt
vergeleken met de instelling op de thermostaat. De thermos-
taat bepaalt nu hoe hard het cv-toestel moet gaan branden om
de gewenste temperatuur te bereiken of te handhaven. Alleen
de temperatuur in het referentievertrek wordt geregeld. Alle
overige ruimten worden, afhankelijk van de warmtevraag in het
referentievertrek, in meer of mindere mate verwarmd.
Schakelpunt
Het tijdstip waarop naar een ander temperatuurniveau wordt
geschakeld. In het klokprogramma kunnen 42 schakelpunten
worden ingevoerd.
Standaarddisplay
Dit is de displayweergave als de thermostaat in rust is en de
klep van de thermostaat is gesloten.
Stooklijn
Een lijn, die bij de gemeten buitentemperatuur aangeeft welke
cv-aanvoertemperatuur berekend wordt.
Temperatuurniveau
Ingestelde ruimtetemperatuur in het klokprogramma. Er kun-
nen 4 basistemperaturen in de thermostaat worden ingevoerd,
T1 t/m T4.
Weersafhankelijke regeling
Deze regeling regelt op basis van de gemeten buitentempera-
tuur. De gemeten buitentemperatuur wordt doorgegeven aan
de thermostaat. Samen met een aantal vooraf ingestelde waar-
den (o.a. de stooklijn) berekent de thermostaat de gewenste
cv-aanvoertemperatuur. De uiteindelijke ruimtetemperatuur
wordt bepaald door de instelling op de thermostatische radia-
torkranen. Alle ruimten kunnen op deze wijze onafhankelijk van
elkaar worden verwarmd.
ModuLine 400 • 71638200 (2013/08)