9
Menu 3 – Servicemenu
waarde overschrijden. Bij cv-groep 1 (ongemengd) kan het ge-
beuren dat deze temperatuur niet kan worden aangehouden.
Bestaat het afgiftesysteem uit radiatoren, dan is het instelbe-
reik 40 – 90 °C, met 90 °C als fabrieksinstelling.
Bestaat het afgiftesysteem uit vloerverwarming, dan is het in-
stelbereik 25 – 60 °C, met 50 °C als fabrieksinstelling.
Zorg altijd dat de instelling op het cv-toestel
hoger staat ingesteld dan de hoogste maximale
aanvoertemperatuur die in de thermostaat is
ingevoerd. De maximale aanvoertemperatuur
wordt anders begrenst door het cv-toestel.
9.4.5 Minimale aanvoertemperatuur
Servicemenu
--------
Minimale
aanvoertemperatuur?
Afb. 57
Minimale aanvoertemperatuur
De minimale aanvoertemperatuur kan worden begrensd. De
aanvoertemperatuur zal dan in geen geval onder de ingestelde
waarde komen.
Het instelbereik is van 5 – 70 °C.
Fabrieksinstelling = 5 °C.
24
3.3
5°C
9.4.6 Instellen eindpunt stooklijn
Servicemenu
--------
75
21
Eindpunt (-10)? 75°C
Afb. 58
Instellen eindpunt stooklijn
Het eindpunt van de stooklijn wordt bepaald door de ingestelde
aanvoertemperatuur bij een buitentemperatuur van -10 °C.
Op basis van het geselecteerde afgiftesysteem ( § 9.4.1)
wordt een standaard waarde bepaald.
▶ Wijzig het eindpunt zo nodig op basis van de warmtebe-
hoefte van de woning.
9.4.7 Stooklijn offset
Servicemenu
--------
90
20
Stookln
Afb. 59
Stooklijn offset
De ingevoerde waarde zorgt voor een parallelle verschuiving
van de stooklijn. Zo kan de stooklijn optimaal worden aange-
past aan de warmtebehoefte van de woning.
Bijvoorbeeld
Ingestelde ruimtetemperatuur volgens klokprogramma: 20 °C.
Werkelijk gemeten ruimtetemperatuur (zonder na-regelingen):
22 °C.
▶ Stel de stooklijn offset in op -2 °C.
3.3
3.3
0°C
ModuLine 400 • 71638200 (2013/08)