Elk adres bestaat uit twee delen. Het eerste deel is de "adresgroep" en het tweede deel het
"subadres".
Voorbeeld: adres 11 22 = adresgroep "11", subadres "22"
Het getal "44" heeft een speciale betekenis. Let hiertoe op de onderstaande tabel.
Afzonderlijk adres
Functiegroep-adres
Lokale Master-adres
Globale Master-adres
44
= Deze waarde moet op "44" ingesteld worden.
= Deze waarde mag niet op "44" ingesteld worden.
Toegestane waarden zijn:
11, 12, 13, 14, 21, 22, 23, 24, 31, 32, 33, 34, 41, 42, 43
Aan alle ontvangers kan van elk van de vier adrestypes (afzonderlijk-adres, functiegroep-
adres, lokale masteradres, globale masteradres) één adres toegewezen worden. Daardoor
kan iedere ontvanger op max. 4 verschillende adressen reageren, echter alleen op steeds
één adres per adrestype.
Als een ontvanger op meerdere zenders zal reageren, dan kunnen de zenders op
hetzelfde adres geprogrammeerd worden of bij verschillend ingestelde zender-
adrestypes de ontvanger achter elkaar op deze verschillende adressen
programmeren.
Voor de verschillende adrestypes is hierbij de navolgende functie toebedacht:
•
Afzonderlijke adressen
Iedere ontvanger moet ingesteld zijn op een afzonderlijke adres om hem afzonderlijk te
kunnen aansturen.
•
Functiegroepadressen
Meerdere ontvangers worden door het toewijzen aan een functiegroepadres als functio-
nele eenheid gedefinieerd. Als bijvoorbeeld alle lampen in huis aan één functiegroep
toegewezen worden, is het mogelijk om het gehele huis via één toetsdruk helder te ver-
lichten of te verduisteren.
•
Lokale masteradressen
Meerdere ontvangers worden per vertrek als eenheid gedefinieerd en via het lokale
masteradres aangestuurd. Als bijvoorbeeld alle ontvangers in dit vertrek telkens aan een
lokale masteradres toegewezen worden, kan men na het verlaten van een ruimte met
een enkele toetsdruk alle verbruiker in deze ruimte uitschakelen.
Adresgroep
44
44
Subadres
44
44
9