5
|
Functie
5 Functie
5.1 Werkingsgebied
5.2 Wanneer welke functie gebruiken
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
32
INFORMATIE
De binnenunit wordt geleverd met de draadloze afstandsbediening als
gebruikersinterface. Deze handleiding beschrijft alleen het gebruik met deze
gebruikersinterface. Als een andere gebruikersinterface aangesloten is, zie de
gebruiksaanwijzing van die gebruikersinterface.
Gebruik het systeem binnen de volgende temperatuur- en vochtgehaltewaarden
om een veilige en efficiënte werking te verzekeren.
Buitentemperatuur voor RXJ-
modellen
Buitentemperatuur voor
2MXM-, 3MXM-, 4MXM-,
5MXM-modellen
Binnentemperatuur
Binnenvochtigheid
(a)
Een beveiliging kan het systeem stilleggen als de unit buiten het bedrijfsbereik wordt
gebruikt.
(b)
Condensatie en druppelend water kunnen voorkomen als de unit buiten het bedrijfsbereik
wordt gebruikt.
In de volgende tabel vindt u een overzicht van welke functie te gebruiken:
(a)(b)
Koelen en drogen
–10~50°C droge bol
–10~46°C droge bol
18~37°C droge bol
14~28°C natte bol
(a)
≤80%
(a)
Verwarmen
–20~24°C droge bol
–21~18°C natte bol
–15~24°C droge bol
–15~18°C natte bol
10~30°C droge bol
—
FTXJ-A(W)(S)(B)
Daikin kamerairconditioner
4P518786-9H – 2021.12