Storing
Er kan geen
centrifugetoerental
g
gekozen worden.
Het maximale toerental
kan niet worden
ingesteld.
De kinderbeveiliging kan
niet worden ingesteld.
Wasmiddelresten in de
wasmiddellade.
Er stroomt geen water in
het apparaat of het
pp
wasmiddel wordt niet
ingespoeld.
Op het display verschijnt
Op het display verschijnt
Kraan dicht?".
Het water in de trommel
is niet te zien.
Het sop wordt niet
volledig afgepompt. Op
g g p
p
p
het display verschijnt
Pomp verstopt?".
Er loopt water onder de
wasmachine uit.
Eventuele oorzaak
Er wordt al gecentrifugeerd; tijdens
het centrifugeren kan het toerental
niet meer gewijzigd worden.
De programmakiezer staat op
Afpompen"; in dit programma wordt
niet gecentrifugeerd.
Programmaverfijning Licht strijken"
gekozen. Niets aan de hand.
Het programma is al gestart.
Vochtig of klonterig wasmiddel.
De kraan is niet open.
De toevoerslang is geknikt of zit
klem.
De zeef in de wateraansluiting is
verstopt.
De waterdruk is te laag.
Niets aan de hand.
Het water bevindt zich onderin en is daardoor niet te zien.
Vreemde voorwerpen blokkeren de
afvoerpomp.
Afvoerpijp en/of afvoerslang
verstopt.
De schroefkoppeling van de
toevoerslang lekt.
De afvoerslang lekt.
Advies
Vóór het begin van het centrifugeren
het toerental kiezen.
Eventueel een ander programma
kiezen.
Eventueel de programmaverfijning
Licht strijken" uitzetten.
In de modus pauze kan de
kinderbeveiliging worden ingesteld.
Wasmiddellade schoonmaken en
afdrogen, zie blz. 52.
Bij vloeibaar wasmiddel het
doseerbolletje, maatbeker etc.
gebruiken.
Kraan opendraaien.
Het programma wordt voortgezet.
Oorzaak wegnemen.
Zeef schoonmaken, zie blz. 55.
Oorzaak wegnemen.
Afvoerpomp schoonmaken, zie
blz. 53.
Afvoerpijp en/of afvoerslang
schoonmaken.
Schroefkoppeling vastdraaien.
Afvoerslang vervangen.
59