∫ Als een alarm geactiveerd is.
De controlelampjes op het bovenste paneel van het toestel knipperen
snel.
Het alarm uitzetten
≥ Als het sluimeren niet ingesteld is:
Raak ongeacht welke toets op het toestel aan om het alarm uit te schakelen.
≥ Als het sluimeren ingesteld is:
– Raak ongeacht welke toets op het toestel aan om de sluimermodus binnen
te gaan.
(De controlelampjes op het bovenpaneel van het toestel knipperen
langzaam.)
– Raak tijdens de sluimermodus [
alarm uit te schakelen.
§1 Het toestel zal uit zijn als het alarm uitgeschakeld wordt met [
§2 Het toestel zal aan zijn als het alarm uitgeschakeld wordt met [Í/I].
≥ Als u een alarm inschakelt, zal het [
≥ Als het huidige alarm uitgeschakeld is, gaat het [
geen ander ingesteld alarm ingeschakeld heeft. (als een ander ingesteld alarm
ingeschakeld is, zal het [
≥ Als tijdens de activering van het alarm geen enkele handeling verricht wordt,
zal het alarm na ongeveer 1 uur uitgeschakeld worden.
≥ Als een alarm geactiveerd is met en voorkeuzekanaal, kan het afspelen
mogelijk niet werken afhankelijk van de verbindingsomgeving. In dit geval zal
in plaats daarvan een zoemer klinken.
]
of [Í/I]
§1
] controlelampje gaan branden.
] controlelampje gaan branden.)
- 44 -
op het toestel aan om het
§2
]-controlelampje uit als u
].