Elektrische
wandelband
Smeer de ruimte tussen de wandelband en het plateau volgens het
onderstaande
Schema:
•
Beperkt gebruik (minder dan 3 uur per week): eens per maand.
•
Intensief gebruik (meer dan 7 uur per week): eens per twee weken.
Voor een goede werking en langere levensduur van het apparaat adviseren
we om het apparaat na 2 uur ononderbroken gebruik uit te schakelen en ten
minste 10 minuten niet te gebruiken.
Als de band te los zit, zal deze slippen tijdens het lopen. Als de band te strak
zit, kan dit de werking van motor negatief beïnvloeden en leiden tot meer
slijtage aan de band en de draairol. De bandspanning is goed als u die met de
hand tot 50 à 75 mm boven het plateau kunt optillen.
Uitlijning en spanning van de band afstellen
Voor een goede werking van de wandelband moet de band op de juiste
manier zijn afgesteld.
Band uitlijnen
Plaats het apparaat op een vlakke ondergrond.
Laat het apparaat draaien met een snelheid van 3 à 5 km/uur.
Als de band naar rechts afwijkt, draait u de rechterstelschroef een halve slag
rechtsom en de linkerstelschroef een halve slag linksom. Zie afbeelding A
Als de band naar links afwijkt, draait u de linkerstelschroef een halve slag
rechtsom en de rechterstelschroef een halve slag linksom. Zie afbeelding B
Afbeelding A
Band afstellen bij afwijking naar
rechts
20
5. Onderhoud
Afbeelding B
Band afstellen bij afwijking naar
links
Elektrische
wandelband
Getande aandrijfriem afstellen
Na langdurig gebruik van de wandelband zal de aandrijfriem losser gaan
zitten als gevolg van slijtage of uitrekken. Als dat gebeurt, moet de riem
worden afgesteld. Dit doet u als volgt:
Als u voelt dat de band even stopt met draaien wanneer u uw voeten neerzet,
zit de aandrijfriem te los en moet deze worden aangespannen.
Stap 1: Om te bepalen wel onderdeel los zit, draait u de 4 schroeven aan de
bovenkant van de motorbehuizing los en laat u de wandelband draaien met
een snelheid van 1 km/uur. Ga op de band staan en houd de handgreep met
beide handen vast. Duw de band met gelijkmatige kracht naar beneden.
(Gebruik ongeveer net zoveel kracht als u uitoefent wanneer u op de band
stapt.)
A. Als de band niet stopt met draaien door de kortstondig uitgeoefende extra
kracht, zijn de aandrijfriem en band goed op spanning.
B. Als u merkt dat de band even stopt met draaien wanneer u extra kracht
uitoefent maar de aandrijfriem en voorste draairol blijven draaien, heeft de
band speling. Stel de band af voor een veilig gebruik van het apparaat. Stel de
bandspanning af aan de hand van de instructies op de vorige pagina.
C. Als u merkt dat zowel de band als de aandrijfriem even stopt met draaien
wanneer u extra kracht uitoefent maar de motor blijft draaien, heeft de
aandrijfriem speling. Stel de aandrijfriem af voor een veilig gebruik van het
apparaat.
Stap 2: Gebruik een steeksleutel om de stelschroef op de motor vaster of
losser te draaien. Beweeg de aandrijfriem voorzichtig met de hand over de as
van de motor en de voorste draairol. Als de riem te los zit, kunt u die helemaal
binnenstebuiten draaien. Als de riem te strak zit, kunt u die slechts een klein
stukje binnenstebuiten draaien. De riem is goed gespannen wanneer u die
voor ongeveer 80% binnenstebuiten kunt draaien. Stel de spanning van de
aandrijfriem af totdat dit het geval is.
Stap 3: Maak de motorbehuizing weer dicht.
5. Onderhoud
21