4 Wi-Fi configuratie
4.1 MDR-eenheid Configuratie (Wi-Fi)
4.1.1
Mobiele digitale recorder vereisten
De installatie die in deze installatiehandleiding is beschreven, vereist een Wi-Fi-compatibele MDR.
➢
Wi-Fi-antenne (inclusief)
➢
GPS-antenne (inclusief)
Voorafgaand aan een configuratie, herstel de MDR-fabrieksinstellingen via de
volgende opties, LOGIN (AANMELDEN) → SETUP (INSTELLINGEN)
→ MAINTENANCE (ONDERHOUD) → RESET (OPNIEUW
INSTELLEN) → RESTORE (HERSTELLEN).
Blader naar deze Wi-Fi-netwerkpagina met gebruik van SETUP
(INSTELLINGEN) → BASIC SETUP (BASISINSTELLINGEN) →
NETWORK (NETWERK)→ Wi-Fi.
Enable (Inschakelen) moet op On (Aan) worden gezet. Eenmaal
ingeschakeld, zullen de onderstaande instellingen actief worden, hierdoor
wordt de Wi-Fi-module ingeschakeld. Zie MDR Wi-Fi-instellingen Afbeelding
45.
SSID is de service set identifier. Dit wordt gebruikt om een draadloos LAN te
identificeren en is meestal uniek in een gebied. Hier voert u de naam in van het
draadloze netwerk waar de MDR verbinding mee moet maken.
Encryption (Versleuteling) is het protocol dat wordt gebruikt om uw netwerk
te beveiligen. MDR ondersteunt WEP en WPA/WPA2. We raden WPA2 aan,
omdat dit een van de nieuwste versleutelingsmethodes is en dus de veiligste
is. Deze naam is hoofdlettergevoelig.
Password (Wachtwoord) is het wachtwoord voor het draadloze netwerk. Dit
os hoofdlettergevoelig, dus voer het zorgvuldig in.
Nlader naar deze Wi-Fi netwerkpagina SETUP (INSTELLINGEN) →
BASIC SETUP (BASISINSTELLINGEN) → NETWORK (NETWERK)
→ Wi-Fi→PAGE DOWN (PAGINA OMLAAG).
Static IP (Statisch IP-adres) wordt gebruikt om DHCP in- of uit te schakelen.
Als deze optie is ingeschakeld, dan worden onderstaande instellingen actief.
Gebruik alleen een statisch IP-adres als u een onstabiele verbinding hebt, dit
wordt afgeraden voor wagenparken.
IP Address (IP-adres) is het internetprotocol-adres van de draadloze
module. Dit adres wordt gebruikt voor aanmelding bij het draadloze netwerk.
Subnet Mask (Subnetmasker) wordt gebruikt om het netwerkadres van een
IP-adres te identificeren. Standaard is dit 255.255.255.000.
Gateway helpt om netwerkverkeer door te sturen en is het IP-adres van de
netwerkgateway.
Blader naar deze Wi-Fi-modulepagina met gebruik van SYS INFO →
MODULES → NETWORK (NETWERK) → Wi-Fi.
Built-in Wi-Fi status (Ingebouwde Wi-Fi-status) geeft de status weer van
de Wi-Fi-netwerkverbinding. De verschillende statussen zijn DETECTED
(GEDETECTEERD), NON DETECTED (NIET GEDETECTEERD),
CONNECTING (BEZIG MET VERBINDING MAKEN), CONNECTED
(VERBONDEN) CONNECTION FAILED (VERBINDING MISLUKT) en
OBTAINING IP ADDRESS (DHCP) (IP-ADRES VERKRIJGEN (DHCP)). Als
het eenmaal succesvol verbinding heeft gemaakt met een Wi-Fi-netwerk, zal
de status wijzigen naar CONNECTED (VERBONDEN).
Signal Level (Signaalniveau) geeft de sterkte van het signaal aan in een
visuele vorm
. Hoe meet blauwe balken u ziet, hoe beter het signaalniveau.
IP Address (IP-adres) is het IP-adres dat door de draadloze module is
verkregen.
MAC Address (MAC-adres) heeft betrekking op het Media Access Control-
adres, een unieke identificatie. Dit wordt aan communicatie-interfaces
toegekend voor communicatie op de datalink-laag van een netwerksegment.
Dit bestaat uit 6 groepen van 2 hexadecimale cijfers.
Smart Controller (SmrtCntrllr) instellingen worden momenteel niet gebruikt.
MDR Wi-Fi-instellingen Afbeelding 45
MDR Wi-Fi-instellingen 2 Afbeelding 46
Sys Info Wi-Fi-module Afbeelding 47
17